Ineke Koele (Nederland) en Femke van der Zeijden (Zweden) mailen over:

Just Taxation: het fiscale geluk van de wereld

Waar is taxation het meest “just”: VS, Zweden of Nederland?

Gepokt en gemazeld in het fiscale metier zijn ze: Ineke Koele en Femke van der Zeijden. De eerste werkt in Nederland, de tweede in Zweden, maar beiden zijn ook wereldburgers die graag over de schutting naar andere fiscale tuintjes kijken. In Europa en daarbuiten. Dat kan gelukkig weer nu de pandemie even met reces is en reizen weer mogelijk. En dat geeft na twee jaar wezenloos Teamen en Zoomen als een potplant achter je pc opeens een verrassend frisse blik op de fiscale cultuurverschillen. Waar word je als professional en burger het gelukkigst: in de Angelsaksische of Noord-Europese cultuur? Een mailwisseling over belastingmoraal en just taxation.

Aan: Femke (Zweden), Van: Ineke (Nederland); betreft: Just Taxation US.

Dag Femke, ik ben net terug in hanzestad Deventer uit de hoofdstad van het (nog) machtigste land ter aarde. In Washington DC blijkt de internationale luchthaven echter nog steeds geen openbaar vervoerverbinding te hebben met de stad. Door de verplichte taxirit (“This is public transport, m’am!”) van tachtig dollar en de gemiddelde hotelprijs moet je wel bijna een goed verdienende fiscalist zijn om een week hier te verblijven, en dat is misschien ook precies de bedoeling van het stadsbestuur van deze ‘Chocolate City’. De stad is tenslotte niet voor niets gebouwd om indruk te maken op buitenlanders – met behulp van een Franse architect, dat dan weer wél…

Als de president en zijn hofhouding worden vervoerd tussen Capitol en White House loeien de sirenes van de eindeloze reeks gepantserde auto’s en dat gebeurt enkele keren per dag. Een wandelingetje tussen de middag in deze uitgestrekte, vredig uitziende stad is voor de president beslist te gevaarlijk.  

Ik verbleef in een historisch hotel waar dr. Martin Luther King zijn beroemde speech ‘I have a dream’ schreef en misschien inspireerde mij dat tot deze mail aan jou over ‘Geluk en Fiscaliteit’.   

Wij Europeanen hebben meestal een haat-liefdeverhouding met de VS. Enerzijds bewonderen wij hun eindeloze ambitie, hun durf en innovatief vermogen en hun absolute daadkracht waar wij onze vrijheid aan te danken hebben. Anderzijds gruwelen wij van de extreme ongelijkheid in hun samenleving, de waanzin van de hoeveelheid kinderen met obesitas en het achteloze gemak waarmee men energie verkwist, met als toppunt de freeze temperatuur van airco’s, to name just a few.

Deze sterke tegenstellingen vinden we ook in het fiscale veld. Op papier heeft de VS de hoogste erfbelasting van de gehele wereld, namelijk 40% over de gehele nalatenschap, maar er geldt een drempel van nu nog 12 miljoen dollar, die binnenkort wordt verlaagd tot 6 miljoen. Tegelijkertijd is er zoveel mogelijk aan estate planning, die wordt aangeduid met mysterieuze acroniemen als GRUT, GRAT, QDOT, DAF, DAPT, enzovoort, dat de (Ultra) High Net Worth families er met behulp van dure fiscalisten vaak in slagen de impact van deze heffingen te marginaliseren. De opbrengst van de estate tax bedroeg volgens welingelichte bronnen uit de VS over het jaar 2019 slechts 0,4% van alle verervingen in dat jaar. Dat betekent dus dat slechts 1/100 daadwerkelijk wordt belast. 

De federale structuur van 52 staten maakt dat er ook sprake is van forse binnenlandse concurrentie: de zuidelijke staten stunten met bijzonder lage federale inkomstenbelastingen, waardoor zeer vermogende families graag in Florida of Texas wonen. Ook ontstaat door de concurrentie tussen staten een geest van juridische innovatie, waardoor modernere rechtsvormen worden gecreëerd. Daarvoor krijgen ze in de politieke arena in Washington moeizaam de handen op elkaar. Dat dit verschijnsel leidt tot discussies over het ‘democratisch gehalte’ van die statelijke wetgeving, vinden wij dan wel weer geestig.

Just Taxation: The Mauretanian is bepaald geen hommage aan the rule of law in de VS.

Femke, ik weet niet of je de film The Mauretanian hebt gezien op Netflix, maar dan weet je dat je de veelbezongen rule of law  in de Verenigde Staten bepaald niet als absoluut kan aanmerken. De daadkracht van de Amerikanen maakt dat ze hun eigen beginselen maar al te vaak negeren. Gaat het dan echter over publieke transparantie, het modewoord in Europa sinds de invoering van de UBO-register, dan heet het plotseling dat the Constitutiondie het recht op privacy als beginsel kent, ten principale in de weg staat voor publieke transparantie van bezit.  

Daarmee lijkt publieke transparantie van vermogen net zo ondenkbaar in de Verenigde Staten als transformatie van de wapenwetgeving. Tegelijkertijd wordt in de VS wel door diverse hoogleraren actief uitgedragen dat het moreel verwerpelijk is voor vermogende personen om dat vermogen in te zetten om te lobbyen voor bijvoorbeeld fiscale privileges voor dat vermogen. Ook de ‘Giving Pledge’, de oproep van extreem rijken om meer dan de helft van hun vermogen te schenken of na te laten aan goede doelen, is van Amerikaanse origine (kijk voor de lol even op www.givingpledge.org). Kritiek op het ‘ondemocratisch gehalte’ van door miljardairs gefunde charity’s komt ook vooral uit de VS, terwijl het juist in de VS verboden is voor goede doelen is om aan politieke activiteiten of ‘grassroots’ lobbying te doen.

Men maakt gebruik in de VS van trusts voor ongeveer alles wat met nalatenschappen te maken heeft. Het is dé oplossing voor een testament, bewind, vruchtgebruik, bescherming tegen crediteuren, family governance, ga zo maar door. Hoewel we weten dat de rechtsfiguur van een trust (waarbij mensen geen volledig eigendom hebben, maar een lastig uit te leggen juridisch belang) zeer ontvlambaar is door de juridisch onduidelijke scheidslijnen en machtsverhoudingen ervan, blijft dit toch het leidende instrument om vermogens te beschermen ten behoeve van opvolgende generaties. Het is dan ook een feest voor procesadvocaten, die er al decennialang goud aan verdienen. Goede adviseurs zouden hun cliënten echter moeten behoeden voor conflictueuze oplossingen, ongeacht of het gaat om onduidelijke rechten en verplichtingen tussen familieleden of jegens een belastingdienst.  

Voor fiscalisten met een ‘Scout Mindset’ is de VS een vat vol (ogenschijnlijke) tegenstellingen zodat je je blijft verwonderen. Deep down blijft toch mijn gevoel van wezenlijke argwaan hangen tegenover de hypocrisie van het hele gedoe. Ik reis dan ook naar de VS met mijn advocatenpas, je weet immers nooit waarmee je wordt lastiggevallen, ook al ben ik hoogopgeleid, vrouw en blank.

Na een week VS tolt het wel een beetje en het is dan in Nederland prettig thuiskomen, met initiatiefwetsvoorstellen van de oppositie voor een (hyper)progressieve belasting voor ondernemers, felle retoriek gericht tegen onze 30%-regeling voor expats in Het Financieele Dagblad, maar ook aandacht voor een wetsvoorstel met Delegatiebepalingen die het mogelijk maken tegemoet te komen aan schrijnende gevallen wegens onterecht handelen en nalaten door de inspecteur of ontvanger. Of het delen van gegevens vanwege ‘het systeem’.

Ik moet dan weer denken aan het toenemende aantal Amerikaanse cliënten die in Nederland blijvend wonen en met zoveel woorden aangeven dat zij de hoge erfbelasting in Nederland en hogere inkomstenbelastingen zien als een prijs die zij graag bereid zijn te betalen om gelukkig te zijn in dit land waar dingen aanzienlijk beter geregeld zijn dan in hun land van oorsprong. De diepe toxische verdeeldheid heeft hen verdreven uit de VS en zij wanen zich in elk geval for the time being ruimschoots veilig binnen onze democratische grenzen.  

De meeste Nederlandse fiscalisten reageren als door een wesp gestoken bij de door hen gepercipieerde agressie op alles wat met ondernemers en ondernemingen te maken heeft en in de basis is dat heel begrijpelijk. Dat dit debat niet Socratisch, maar op basis van frames en bias wordt gevoerd is dan weliswaar een groot gebrek, maar we kunnen dat hopelijk bij The Floris neutraliseren tot een feitelijk debat. Niettemin overheerst, ondanks de treurige verhalen over onze politiek en de pers, bij mij een tevredenheid over onze samenleving, die zo veel gelijkmatiger is dan de diepe kloven in de Amerikaanse en in bredere zin Angelsaksische cultuur. Het vertrouwen in de samenleving als geheel en de overheid in het bijzonder is een belangrijke graadmeter voor geluk en dat maakt dat de Scandinavische landen samen met Nederland al jaren in de top tien staan van de World’s Happiness Index (‘contentment’ vind ik hier meer op zijn plaats dan ‘happiness’ trouwens). Vertrouwen in de overheid en medeburgers geeft rust om het leven naar believen te leven en in te richten. Opvallend is daarbij dat de Scandinavische landen, samen met Zwitserland en Nederland, collectief de eerste plaatsen bezetten. Maar daar weet jij mij natuurlijk veel meer over te vertellen,

Met Florissante groet, Ineke

Van: Femke (Zweden); Aan: Ineke (Nederland); betreft: Just Taxation Zweden

Dag Ineke: dank voor je mail met mooie observaties. Ik wil je voorzet vanuit Deventer er in Stockholm graag inkoppen.

Het vertrouwen in de overheid heeft voor een groot deel te maken met de fiscale moraal. Waarom is belastingontwijking (of -ontduiking) sociaal geaccepteerd in de VS? Omdat men belooft dat de financiële bovenlaag van de samenleving beter in staat is om geld goed in te zetten dan de overheid. Waarom is belastingontwijking absoluut niet geaccepteerd in bijvoorbeeld Zweden? Omdat hier wel genoeg vertrouwen in de overheid lijkt te zijn. 

Overigens moet ik wel opmerken dat Zweden geen erfbelasting meer kent (en ook geen vermogensbelasting). De combinatie van inkomstenbelasting en btw (25%) levert een forse belastingdruk op. 

Belasting betalen doen de Zweden graag, en de belastingdienst heeft hier een extreem goede reputatie. Wist je dat de dienst de hoogste populariteit van alle overheidsorganen heeft en het sterkste vertrouwen van het Zweedse volk geniet?

Een sprekend voorbeeld van de Zweedse belastingmoraal is de Zweedse kerk. Elke Zweed kan ervoor kiezen om zich al dan niet aan te sluiten bij de Zweedse kerk. Lid of niet, iedereen mag de Zweedse kerk bezoeken en die weigert niemand op basis van hun lidmaatschap. Het enige materiële gevolg van een lidmaatschap is dat een lid 1% meer belasting betaalt dan een niet-lid. Minder dan 10% van de Zweden gaat op zondag naar de kerk, toch is 55% van de Zweedse bevolking lid van de Zweedse kerk en betaalt dus vrijwillig deze extra 1% belasting, die rechtstreeks naar de Zweedse kerk gaat. 

Politicoloog Sven Steinmo trok al eerder de conclusie dat Zweden de meest compliant belastingbetalers heeft. Maar hoe komt dat dan – waar komt dat vertrouwen in de overheid vandaan?

Naar mijn mening heeft dit te maken met transparantie. Waar Europa stapvoets steeds transparanter wordt op het gebied van belasting – maar bijvoorbeeld publieke Country-by-country-reporting nog lang niet aan de orde is – ligt Zweden daar al sinds jaar en dag ver voorbij.  Als ik wil weten hoeveel inkomstenbelasting mijn buurman betaalt, pleeg ik een belletje naar de belastingdienst en krijg ik die informatie. Dit maakt het systeem open en transparant en omdat het hierdoor ook als eerlijker wordt ervaren, is het voor de Zweed geen probleem om aan dit systeem bij te dragen.

Met dank aan deze transparantie is het ook een kleine moeite voor de pers om aan deze informatie te komen en die dreiging/wetenschap is voor de grootverdieners misschien ook wel genoeg om eieren voor hun geld te kiezen en gewoon hun steentje bij te dragen.

Ook is de regering extreem transparant met waar de belastingopbrengsten aan worden besteed. En de Zweden zien voorbeelden hiervan ook op dagelijkse basis terug om hieraan herinnerd te worden. Gratis onderwijs en zorg zijn de meest opmerkelijke voorbeelden hiervan, zeker wanneer we de vergelijking met de VS maken. 

De transparantie aan beide kanten van het systeem (de bijdrage van de Zweden en de uitgaven van de overheid) maakt naar mijn mening het verschil.

Tot zover mijn Zweedse blik, Florissante groet retour,

Femke

Aan: Femke (Zweden), Van: Ineke (Nederland); betreft: conclusie

Dag Femke, dank voor je intrigerende observaties. Mijn conclusie is dat je krijgt waar je voor betaalt – zo blijkt maar weer. In de VS, waar al dan niet met hulp van fiscale engineering een hoop belasting wordt bespaard of ontweken, is de ongelijkheid groot. In Zweden wordt, als ik je goed begrijp, haast met genoegen belasting betaald, maar is ook goed zichtbaar hoe iedereen bijdraagt en waar deze bijdragen naartoe gaan. 

Nederland lijkt een balans te hebben gevonden tussen deze twee fiscale culturen. Is dat de spreekwoordelijke gulden middenweg?

Mogelijk dat een vergrote transparantie de belastingmoraal ook buiten Zweden en andere Scandinavische landen verder zou kunnen verhogen. Maar dan is het natuurlijk wel de vraag wat deze transparantie zichtbaar maakt… Een typisch gevalletje kip-en-ei?

Ik denk dat transparantie over belastinguitgaven, en daarmee impliciet over de mate waarin belasting wordt vermeden, in toenemende mate een sociale norm gaat worden. Daarmee gaat gepaard dat ook duidelijk moet worden welke ‘common goods’ worden gefinancierd met dat belastinggeld. Het zijn beide kanten van dezelfde medaille, die kan worden geduid met de veelzeggende ‘license to operate’. 

Alleen als overheid en burgers verantwoordelijk omgaan met hun beider ‘licenses to operate’ kunnen we volgens mij de grote uitdagingen van deze tijd aan. En daar ontlenen we ons geluk en dat van onze kinderen aan. 

Hartelijke groet, Ineke

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *