
Deze week zindert het van de fiscale ontwikkelingen die direct raken aan uw portemonnee, uw toekomst en de rechtvaardigheid van ons belastingstelsel. Van een mogelijk eenzame koers in box 3 tot de aanhoudende strijd tegen fiscale sluiproutes en de hoofdbrekens rondom ons pensioen.
Deze week in het kort
- box 3-plannen van het kabinet maken van Nederland een buitenbeentje; NOB waarschuwt voor fiscale Alleingang
- strijd tegen belastingontwijking intensiveert: multinationals als Yara kritisch bekeken en nieuwe internationale minimumnormen in aantocht
- invoering nieuwe pensioenwet blijft onzeker door politieke discussie over inspraak, met mogelijke vertraging tot gevolg
- recordaantal bezwaren tegen hoge belastingrente noopt tot massaalbezwaarprocedure; fiscus maakt ook miljoenenfout bij wegenbelasting
- groeiende aandacht voor schijnzelfstandigheid met kostbare rechtszaken; discussie over betaalbare verplichte AOV voor zzp’ers loopt
Box 3: Koerswijziging of internationale Alleingang?
De discussie over een eerlijkere belasting op vermogen sleept al jaren voort, maar de nieuwste plannen voor box 3 lijken Nederland op een eenzaam pad te sturen. Het voelt een beetje alsof we als enige links gaan rijden terwijl de rest van Europa rechts houdt.
Het kabinet wil namelijk vanaf 2028 belasting gaan heffen op de jaarlijkse aanwas van vermogen, denk aan de waardestijging van aandelen, ook als u ze nog niet verkocht heeft. Dit is een fundamenteel andere benadering dan in de meeste ons omringende landen, waar pas belasting wordt geheven over de winst bij daadwerkelijke realisatie, dus bij verkoop. De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) trekt aan de bel na internationaal vergelijkend onderzoek: deze zogeheten vermogensaanwasbelasting is vrij uniek en kan volgens hen voor problemen zorgen, bijvoorbeeld voor mensen die internationaal werken of voor de Belastingdienst zelf qua uitvoerbaarheid.
Ondertussen wordt er ook nog volop gesleuteld aan de huidige overbruggingswetgeving voor box 3. Een recente nota van wijziging moet meer duidelijkheid scheppen over hoe vrijstellingen, bijvoorbeeld voor groene beleggingen, precies werken binnen de tegenbewijsregeling. En de Tweede Kamer? Die wil dat spaarders en beleggers sneller weten waar ze aan toe zijn en dringt erop aan dat de forfaitaire rendementspercentages voortaan al vóór 15 februari bekend worden gemaakt, in plaats van begin maart.
- Vermogensaanwasbelasting: Jaarlijkse belasting over de waardestijging van uw bezittingen, zelfs als u nog geen winst heeft ‘gepakt’ door verkoop.
- Vermogenswinstbelasting (realisatieprincipe): Belasting over de winst die u daadwerkelijk behaalt op het moment dat u bijvoorbeeld uw aandelen of tweede huis verkoopt.
Voor burgers met spaargeld en beleggingen betekent dit mogelijk weer een nieuwe, complexere belastingheffing aan de horizon. De keuze voor een aanwasbelasting kan voor sommigen betekenen dat ze belasting moeten betalen over ‘papieren winst’, terwijl het geld nog vastzit. Dat kan best lastig zijn. De roep om snellere duidelijkheid over de percentages is in ieder geval een klein lichtpuntje in deze ingewikkelde materie. De grote vraag blijft of Nederland zich met dit unieke systeem niet onnodig in de vingers snijdt.
Multinationals onder de loep: Aanpak belastingontwijking en verrekenprijzen
Grote bedrijven die via slimme, internationale constructies zo min mogelijk belasting betalen, het blijft een bron van maatschappelijke ergernis. Het voelt vaak alsof de kleine ondernemer en de burger wel de volle mep betalen, terwijl de grote spelers de dans ontspringen. Gelukkig laten de recente zaak rond kunstmestgigant Yara en de bredere internationale aanpak zien dat de fiscus en overheden de druk serieus opvoeren.
Zo bleek dat Yara Nederland jarenlang een te lage interne prijs – een zogeheten verrekenprijs – hanteerde voor de levering van kunstmest aan een zusterbedrijf in Zwitserland. Het resultaat? De winst in Nederland werd met vele tientallen miljoenen per jaar te laag voorgesteld. De Hoge Raad heeft hier recent een streep door gezet, waardoor Yara alsnog fors meer belasting in Nederland moet betalen. Dit soort discussies over verrekenprijzen zijn geen uitzondering; de Belastingdienst heeft er meerdere lopen. Het toont aan hoe complex het is om winsten eerlijk toe te delen binnen een wereldwijd concern.
Internationaal staat de aanpak van belastingontwijking door multinationals ook hoog op de agenda, met name via de zogeheten Pillar 2-regels (ook wel GloBE-richtlijnen genoemd) van de OESO. Deze regels moeten ervoor zorgen dat grote ondernemingen, waar ook ter wereld, minimaal 15% winstbelasting gaan betalen. Recent is een uitgebreid commentaar op deze regels gepubliceerd om overheden en bedrijven te helpen bij een uniforme toepassing. Het kabinet benadrukt dat Nederland al diverse maatregelen heeft ingevoerd, zoals een conditionele bronbelasting op rente, royalty’s en dividenden naar laagbelastende landen, om dit soort ontwijking tegen te gaan.
- Verrekenprijzen (Transfer Pricing): De prijzen die verschillende onderdelen van een multinational elkaar in rekening brengen voor onderlinge goederen of diensten. Deze moeten ‘at arm’s length’ zijn, alsof ze met een onafhankelijke derde partij zaken doen.
- Pillar 2 (GloBE-richtlijnen): Internationale afspraken die een wereldwijd minimumniveau van effectieve belastingheffing (15%) voor grote multinationals introduceren om winstverschuiving en belastingconcurrentie tegen te gaan.
Deze strengere aanpak, zowel nationaal als internationaal, betekent dat multinationals minder ruimte krijgen om winsten kunstmatig te verschuiven naar landen met lage belastingtarieven. Dat zou moeten leiden tot een eerlijkere verdeling van belastinginkomsten wereldwijd en een gelijker speelveld voor het midden- en kleinbedrijf dat wel gewoon lokaal zijn belastingen betaalt. Voor de Nederlandse schatkist kan dit potentieel extra inkomsten betekenen, maar het vergt ook een enorme inspanning van de Belastingdienst en een goede internationale samenwerking om deze complexe regels effectief te handhaven.
Discussie Nieuw Pensioenstelsel sleept voort
De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel, een van de grootste financiële hervormingen in decennia, blijft de gemoederen flink bezighouden. Het is een operatie die miljoenen Nederlanders raakt en waar miljarden mee gemoeid zijn. De recente politieke discussie over de mate van inspraak voor deelnemers dreigt nu zelfs voor verdere vertraging te zorgen, wat de onzekerheid voor velen alleen maar vergroot.
Een omstreden plan van NSC-Kamerlid Joseph, dat pensioendeelnemers meer zeggenschap wil geven over de vraag of hun opgebouwde pensioen wel of niet overgaat naar het nieuwe stelsel (het zogeheten ‘invaren’), stuit op behoorlijk wat weerstand. Opmerkelijk genoeg komt die weerstand mede van haar eigen partijgenoot, minister Van Hijum van Sociale Zaken. Hij vreest niet alleen voor juridische problemen, maar ook voor een vertraging van de hele transitie van minstens twee jaar. Zelfs na aanpassingen aan het plan door mevrouw Joseph, blijven de zorgen bij de minister overeind, met name rond de complexe verdeling van de enorme pensioenvermogens.
De pensioenfondsen en de bredere pensioensector kijken met ingehouden adem toe. De overstap naar het nieuwe stelsel, dat uiterlijk in 2028 volledig operationeel moet zijn, is al een gigantische klus. Als individuele deelnemers uitgebreide inspraak krijgen, kan dit de transitie aanzienlijk ingewikkelder, tijdrovender en mogelijk ook duurder maken.
Voor de miljoenen Nederlanders die pensioen opbouwen of al ontvangen, is deze aanhoudende discussie en mogelijke vertraging geen goed nieuws. Het zorgt voor onzekerheid over een belangrijk onderdeel van hun financiële toekomst. Meer inspraak klinkt op het eerste gezicht misschien aantrekkelijk, maar de keerzijde kan zijn dat het de solidariteit en collectiviteit van ons pensioenstelsel onder druk zet. Bovendien kunnen hogere uitvoeringskosten uiteindelijk ten koste gaan van de pensioenpot zelf. Het is een lastige balanceeract tussen individuele wensen en het collectieve belang, waarbij de uitkomst nog allerminst zeker is.
Belastingdienst onder druk: Massaal bezwaar en pijnlijke rekenfout
De Belastingdienst, een organisatie die cruciaal is voor de financiering van onze publieke voorzieningen, staat opnieuw in de schijnwerpers – en helaas niet altijd in de meest positieve zin. Een ware golf van bezwaarschriften tegen de hoge belastingrente en een opmerkelijk pijnlijke rekenfout bij de uitkering van wegenbelasting aan provincies leggen de kwetsbaarheden van deze uitvoeringsgigant bloot.
Na een spraakmakende rechterlijke uitspraak die serieuze vraagtekens zette bij de hoogte van de belastingrente (momenteel een pittige 9% voor de vennootschapsbelasting en 6,5% voor andere belastingen zoals de inkomstenbelasting), is een stormloop aan bezwaarschriften ontstaan. Zoveel zelfs, dat staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën zich genoodzaakt ziet deze te bundelen in een zogeheten massaalbezwaarprocedure. Dit betekent dat er enkele proefprocessen gevoerd zullen worden, waarvan de uitkomst – uiteindelijk door de Hoge Raad – bepalend zal zijn voor alle vergelijkbare gevallen. Een efficiënte aanpak, maar het laat wel zien hoe een vonnis de dienst kan overspoelen.
Alsof dat nog niet genoeg was, moest de fiscus recentelijk ook publiekelijk excuses aanbieden voor een aanzienlijke rekenfout. Het blijkt dat de twaalf provincies vorig jaar gezamenlijk bijna €57 miljoen te veel aan wegenbelasting hebben ontvangen. Dit aanzienlijke bedrag wordt nu verrekend met toekomstige uitkeringen. De fout zou zijn ontstaan door een onjuiste verwerking van de brandstoftoeslag, een proces dat blijkbaar nog deels handmatig gebeurt. De Belastingdienst heeft beterschap beloofd en wil dit proces nu gaan automatiseren om herhaling te voorkomen.
Voor belastingplichtigen die bezwaar hebben gemaakt tegen de hoge rente, biedt de massaalbezwaarprocedure een gestroomlijnde route, al blijft de uiteindelijke uitkomst natuurlijk nog afwachten. De miljoenenfout bij de wegenbelasting heeft directe gevolgen voor de financiële planning van de provincies en onderstreept eens te meer de noodzaak voor voortdurende modernisering en strenge kwaliteitscontroles bij de Belastingdienst. Het zijn dit soort zaken die het imago van de dienst geen goed doen, terwijl het vertrouwen van burgers en bedrijven in een correct functionerende fiscus juist zo cruciaal is.
Arbeidsmarkt in beweging: ZZP-uitdagingen en AOV-discussie
De Nederlandse arbeidsmarkt is volop in beweging, met een steeds grotere en diversere groep zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). Deze dynamiek biedt kansen, maar brengt ook de nodige fiscale en sociale uitdagingen met zich mee. Twee onderwerpen springen er deze week uit: de toenemende aandacht voor schijnzelfstandigheid en de voortdurende discussie over een verplichte, maar vooral ook betaalbare, arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor deze groep ondernemers.
Het fenomeen schijnzelfstandigheid, waarbij iemand formeel als zzp’er werkt maar feitelijk in een dienstbetrekking functioneert, leidt steeds vaker tot rechtszaken. En met succes voor de zzp’er: in een groeiend aantal gevallen oordeelt de rechter dat er inderdaad sprake was van een dienstverband. Dit kan voor de opdrachtgever financieel flink in de papieren lopen, met claims voor achterstallig loon, niet-betaalde vakantiedagen, pensioenpremies en ontslagvergoedingen die kunnen oplopen tot tienduizenden euro’s per geval. De Belastingdienst zelf is sinds dit jaar ook alerter op dit soort constructies, hoewel er vooralsnog geen boetes worden uitgedeeld aan bedrijven die kunnen aantonen dat ze hun best doen schijnzelfstandigheid te voorkomen.
Tegelijkertijd blijft de invoering van een verplichte AOV voor zelfstandigen een heet hangijzer, met name de betaalbaarheid ervan. Veel zzp’ers zijn nu niet of onvoldoende verzekerd tegen het risico van arbeidsongeschiktheid, wat tot precaire situaties kan leiden. Recentelijk heeft een werkgroep van actuarissen, de rekenmeesters van de verzekeringswereld, echter geconcludeerd dat de premie voor zo’n verplichte verzekering lager zou kunnen uitvallen dan de 6,5% van het inkomen waar het ministerie van Sociale Zaken eerder mee rekende. Zij komen uit op een mogelijk “meer realistische” premie van rond de 5,6%.
- Schijnzelfstandigheid: De situatie waarbij iemand op papier als zelfstandige (zzp’er) werkt voor een opdrachtgever, maar de werkelijke arbeidsrelatie sterk lijkt op een dienstverband (werknemer). Dit heeft grote gevolgen voor o.a. loonbelasting, sociale premies en arbeidsrechten.
- AOV (Arbeidsongeschiktheidsverzekering): Een verzekering die voorziet in een inkomen als een zelfstandige door ziekte of een ongeval niet meer kan werken. Momenteel voor zzp’ers veelal een vrijwillige en vaak dure verzekering.
De striktere aanpak van schijnzelfstandigheid dwingt zowel opdrachtgevers als zzp’ers om kritischer naar de aard van hun samenwerking te kijken. Dit kan leiden tot meer zekerheid en betere sociale bescherming voor werkenden, maar mogelijk ook tot hogere kosten en minder flexibiliteit voor bedrijven. Een verplichte, maar tegelijkertijd betaalbare AOV zou een belangrijk sociaal vangnet kunnen bieden voor een grote groep ondernemers. Deze ontwikkelingen raken de kern van hoe we in Nederland werk, ondernemerschap en sociale zekerheid in de toekomst willen vormgeven.
Belangrijke bronnen
Box 3 – vermogensaanwasbelasting:
FD – “Staatssecretaris besluit tot massaal bezwaar tegen hoge belastingrente” (8 mei 2025)
NOB – “Internationaal onderzoek Box 3” (9 mei 2025)
FD – “Belastingadviseurs waarschuwen voor box 3-oplossing van het kabinet” (9 mei 2025)
Taxence – “Nota van wijziging Wet tegenbewijsregeling Box 3” (15 mei 2025)
Fiscaal up to Date – “Kamer wil publicatie box-3-rendementen vóór 15 februari” (14 mei 2025)
Multinationals & belastingontwijking:
FM.nl – “Hoge Raad: bom onder intern verrekenen (Yara-zaak)” (12 mei 2025)
OECD – “Consolidated Commentary to the GloBE Model Rules (Pillar Two)” (9 mei 2025)
FD – “Kunstmestgigant Yara ontloopt belasting met te lage verrekenprijs” (11 mei 2025)
Taxlive – “Recente maatregelen maken NL stelsel robuuster tegen ontwijking” (12 mei 2025)
Nieuw pensioenstelsel & inspraakdebat:
Rijksoverheid – “Kamerbrief reactie op 2e gewijzigd amendement Joseph c.s.” (14 mei 2025)
Taxlive – “Joseph past pensioenplan aan; Kamer debatteert 14 mei verder” (13 mei 2025)
NOS – “Debat over meer inspraak pensioenstelsel opnieuw geopend” (13 mei 2025)
NU.nl – “Minister: pensioenplan NSC onuitvoerbaar” (14 mei 2025)
Belastingdienst – massaal bezwaar & rekenfout:
Rijksoverheid – “Kamerbrief massaal bezwaar belastingrente” (8 mei 2025)
NU.nl – “Belastingdienst zegt sorry voor €57 mln te veel wegenbelasting” (15 mei 2025)
WNL – “Belastingdienst maakt excuses: 57 mln te veel naar provincies” (14 mei 2025)
Arbeidsmarkt – schijnzelfstandigheid & AOV:
NRC – “Werkgevers betalen tienduizenden euro’s na schijnzelfstandigheid” (12 mei 2025)
ZiPconomy – “Premie verplichte AOV kan lager dan 6,5 %” (13 mei 2025)
NOS – “Schijnzelfstandigen winnen rechtszaken: claims lopen op” (12 mei 2025)
Business Insider NL – “Actuarissen: AOV-premie kan naar 5,6 %” (13 mei 2025)