Belastingbriefing week 19

Van coronaschuld tot fiscale rechtvaardigheid

Belastingbriefing week 19

De belastingwereld staat deze week bol van de spanning: van dreigende faillissementen door coronaschulden tot een hardere aanpak van fiscale sluiproutes. Wat betekent dit voor u en de maatschappij?


Deze week in het kort

  • duizenden bedrijven dreigen om te vallen door coronaschulden; kabinet zoekt oplossingen
  • fiscus verscherpt toezicht op fiscale (erf)constructies en aanpak voor managementbeloningen
  • rechters luiden noodklok over druk op rechtsstaat en stijgend aantal belastingzaken
  • groei zzp-markt stagneert door strengere handhaving op schijnzelfstandigheid
  • nieuwe btw-regels voor online aankopen buiten de EU op komst

Coronaschulden spoken nog rond: tienduizenden bedrijven in gevaar

De rekening van de coronacrisis wordt alsnog gepresenteerd, en die is voor veel ondernemers mogelijk te hoog. Experts waarschuwen dat tienduizenden bedrijven kopje onder dreigen te gaan.

Tijdens de pandemie konden bedrijven uitstel van belastingbetaling krijgen. Nu die schulden – in totaal nog bijna € 6 miljard bij zo’n 120.000 bedrijven – moeten worden terugbetaald, blijkt dat voor velen een te zware last. Adviesbureau IMK schat dat 30.000 tot 40.000 bedrijven het niet gaan redden, wat de schatkist € 1,5 tot € 2 miljard kan kosten aan oninbare vorderingen.

Dit raakt niet alleen de ondernemers zelf, maar ook hun werknemers en de bredere economie. Het kabinet ziet de bui hangen en wil voorkomen dat in principe gezonde bedrijven onnodig failliet gaan. Daarom komt er per 1 juli 2025 meer flexibiliteit: bedrijven die via een saneringsakkoord een deel van hun schuld kwijtgescholden krijgen, kunnen langer doen over de betaling van het restbedrag dan de huidige twaalf maanden. Voorwaarde is wel dat ze aannemelijk maken de langere termijn nodig te hebben en dat nakoming van het akkoord geborgd is. Een dunne lijn tussen noodzakelijke steun en het in stand houden van niet-levensvatbare bedrijven.

Aangescherpt toezicht op fiscale regels en constructies

De Belastingdienst versterkt het toezicht om te zorgen dat belastingregels correct worden nageleefd en ongewenste fiscale constructies worden aangepakt. Dit betreft zowel complexe structuren als duidelijke gevallen van niet-naleving.

Intern spoort het ministerie van Financiën inspecteurs aan om creatieve, maar als ongewenst beschouwde, constructies rondom erf- en schenkbelasting (zoals bepaalde erfpachtconstructies en herroepelijke schenkingen) en overdrachtsbelasting niet langer te accepteren. Documenten hierover zijn recent openbaar gemaakt. Daarnaast wordt een specifieke ontwijkingsroute binnen de zogenoemde lucratiefbelangregeling aangepakt. Deze regeling zelf is bedoeld om bepaalde prestatieafhankelijke beloningen (vaak voor managers in de vorm van speciale aandelen) zwaarder te belasten, meer zoals loon in box 1, en niet als lager belast beleggingsrendement.

De staatssecretaris wil via het Belastingplan 2026 een specifieke, ongewenste constructie aanpakken die deze heffing omzeilt. Hierbij houden managers hun lucratief belang niet direct, maar indirect via een eigen holding-BV (een ‘middellijk gehouden’ belang). Door een ‘samenstel van transacties’ wordt vervolgens slim gebruikgemaakt van de verschillende fiscale spelregels en waarderingsmanieren tussen box 2 (inkomen uit de eigen BV) en box 3 (sparen en beleggen). Het eindresultaat kan zijn dat de winst uit het lucratief belang geheel niet, of nauwelijks, wordt belast, wat volgens de staatssecretaris nooit de bedoeling van de wet is geweest.  

Deze maatregelen zijn bedoeld om de eerlijkheid en de gelijkmatige toepassing van het belastingstelsel te vergroten. De zaak rondom realityster Peter Gillis, die ondanks een verlaging door de rechter alsnog een miljoenenboete moet betalen voor belastingontduiking met zijn vakantieparken, illustreert dat de fiscus en de rechterlijke macht handelen bij niet-naleving. De maatschappelijke impact is tweeledig: enerzijds kan het leiden tot hogere belastinginkomsten, anderzijds is het een signaal dat de grenzen van fiscale planning en de naleving van de regels serieus worden genomen.

Zorgen om de rechtsstaat: rechter luidt noodklok, burger kampt met bureaucratie

De Rechtspraak trekt aan de bel: de politiek schuift problemen te vaak door naar de rechter, wat de rechtsstaat onder druk zet. Tegelijkertijd zien we burgers en de Belastingdienst worstelen met de complexiteit van regels.

In het jaarverslag 2024 waarschuwt de Raad voor de rechtspraak dat rechters te vaak de zondebok zijn als politieke oplossingen uitblijven. Het aantal belastingzaken bij rechtbanken stijgt fors, vooral WOZ-zaken (een stijging van 104%!) en geschillen met lagere overheden. Opvallend is ook de aanhoudende stijging van beroepen wegens niet tijdig beslissen, ook in toeslagen- en WOZ-zaken. De Rechtspraak pleit opnieuw voor aanpassing van de WOZ-wetgeving (waardering binnen een bandbreedte) om onnodige zaken te verminderen.

Een ander signaal van spanning is het besluit van de staatssecretaris om bezwaren tegen de hoge belastingrente (sinds 1 oktober 2020) aan te wijzen als “massaal bezwaar”. Dit volgt op een rechterlijke uitspraak die het hoge rentepercentage voor de vennootschapsbelasting onverbindend verklaarde. Deze aanwijzing moet zorgen voor een efficiënte afdoening, maar onderstreept de juridische strijd over de redelijkheid van de rente.

Aan de andere kant wordt ook gewerkt aan versterking van de rechtsbescherming, zoals de nieuwe Aanwijzing voor het OM en opsporingsdiensten over het professioneel verschoningsrecht. Deze treedt per 1 juni in werking en moet de vertrouwelijke communicatie tussen bijvoorbeeld een burger en zijn advocaat beter beschermen bij strafrechtelijke onderzoeken.

De toenemende druk op de rechtspraak en de complexiteit van fiscale procedures raken direct de burger en ondernemer. Het gevoel van rechtszekerheid kan afnemen als procedures lang duren of als regels onduidelijk of onredelijk lijken. De roep om eenvoudiger wetgeving en snellere, duidelijkere besluitvorming door de overheid wordt hierdoor steeds luider. De inzet van AI, waar de Rechtspraak mee experimenteert voor o.a. het samenvatten van uitspraken, zou in de toekomst kunnen helpen, maar moet zorgvuldig gebeuren.

Arbeidsmarkt in beweging: zzp-groei stokt, nieuwe bedrijfsvorm in beeld

De dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt en in het ondernemerslandschap blijft zichtbaar. De sterke groei van het aantal zzp’ers lijkt te temperen, terwijl er interesse is voor nieuwe, meer maatschappelijk gerichte ondernemingsvormen.

Het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) is in april vrijwel gelijk gebleven, een trend die al enkele maanden zichtbaar is. Volgens de Kamer van Koophandel komt dit mede doordat bedrijven sinds begin dit jaar voorzichtiger zijn met de inzet van zzp’ers. De Belastingdienst handhaaft namelijk strenger op de wet tegen schijnzelfstandigheid. Werkgevers kunnen een naheffing krijgen als ze zelfstandigen inhuren voor werk dat eigenlijk in vast dienstverband thuishoort. Vooral in de zorg en de bouw neemt het aantal zzp’ers af.

Tegelijkertijd is er vanuit ondernemershoek interesse voor “steward-ownership”, een bedrijfsmodel waarbij de continuïteit en missie van het bedrijf centraal staan, in plaats van winstmaximalisatie voor aandeelhouders. Uit onderzoek blijkt dat de helft van de ondernemers dit een interessante optie vindt en 40% er mogelijk gebruik van zou maken als er een eenvoudige rechtsvorm voor komt. De Tweede Kamer heeft recent gevraagd om een voorstel voor zo’n “rentmeestervennootschap”. Nu wordt de implementatie nog als complex en duur ervaren.

De stabilisatie van het aantal zzp’ers kan leiden tot meer vaste contracten, wat voor sommigen meer zekerheid betekent, maar voor anderen minder flexibiliteit. Het debat over de juiste balans tussen flexibele arbeid en bescherming van werkenden blijft actueel. De mogelijke komst van een rechtsvorm voor steward-ownership kan een impuls geven aan maatschappelijk verantwoord ondernemen, waarbij bedrijven zich meer richten op langetermijnwaardecreatie en de belangen van diverse stakeholders, zoals werknemers en de samenleving. Dit kan aantrekkelijk zijn voor familiebedrijven en ondernemers die hun bedrijfscultuur en -waarden willen borgen.

Online shoppen buiten de EU? Binnenkort andere btw-regels

Wie graag online spullen bestelt bij webshops buiten de Europese Unie, zoals uit China of de VS, krijgt mogelijk te maken met nieuwe btw-regels. De EU wil de inning van btw op ingevoerde goederen verbeteren.

De Europese ministers van Financiën (Ecofinraad) buigen zich binnenkort over een richtlijnvoorstel om de btw-regels voor afstandsverkopen van ingevoerde goederen aan te passen. Het doel is de verantwoordelijkheid voor de te betalen btw bij de leverancier te leggen. Dit moet webshops stimuleren om voor al hun btw-verplichtingen gebruik te maken van het éénloketsysteem voor invoer (Import One Stop Shop – IOSS). Een belangrijke voorgestelde wijziging is het afschaffen van de huidige drempel van € 150. Hierdoor zou de IOSS gaan gelden voor alle verkopen van goederen aan consumenten die van buiten de EU worden ingevoerd, ongeacht de waarde. Dit betekent dat over meer pakketjes direct btw geheven kan worden.

Voor consumenten kan dit betekenen dat de prijs van producten van buiten de EU bij aankoop al inclusief btw is, wat verrassingen aan de deur (extra inklaringskosten en btw) kan voorkomen. Voor webshops buiten de EU brengt het administratieve veranderingen met zich mee. De maatregel is bedoeld om een gelijker speelveld te creëren voor Europese en niet-Europese webwinkels en om ervoor te zorgen dat EU-landen de btw innen waar ze recht op hebben. Omdat het een richtlijn is die unanieme steun in de Raad vereist, is het nog afwachten of het voorstel in deze vorm wordt aangenomen.

Meld je aan

En ontvang de Belastingbriefing iedere week in je mail.

Meld je aan

Voor de wekelijkse Belastingbriefing

En je bent elke week binnen 10 minuten bij met het belangrijkste belastingnieuws

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *