
Terwijl de Belastingdienst deze week eindelijk begint met het herstellen van de jarenlange box 3-chaos, dient zich alweer een nieuwe, volledig legale, manier aan om de vermogensbelasting te omzeilen. Tegelijkertijd probeert het kabinet met nieuwe wetgeving meer duidelijkheid te scheppen op de arbeidsmarkt en komt het anonieme cryptobezit steviger in het vizier van de fiscus.
Deze week in het kort
- het herstel van de box 3-heffing is gestart, maar een nieuwe obligatietruc maakt het omzeilen van de belasting pijnlijk eenvoudig
- een nieuwe wet moet schijnzelfstandigheid tegengaan en geeft zzp’ers met een tarief onder € 36 per uur meer rechten
- de roep om de allerrijksten zwaarder te belasten klinkt luider, van een hogere heffing voor private-equitymanagers tot een wereldwijde minimumbelasting
- vanaf 2026 moeten crypto-aanbieders de transacties van hun klanten verplicht doorgeven aan de Belastingdienst
De gatenkaas van box 3 wordt alleen maar groter
De Eerste Kamer heeft deze week ingestemd met de Wet tegenbewijsregeling box 3. Dit betekent dat de Belastingdienst kan beginnen met het langverwachte herstel voor gedupeerden van de spaartaks. Vanaf half juli worden er brieven verstuurd naar belastingplichtigen die mogelijk te veel belasting hebben betaald over hun vermogen in de jaren 2017-2022. Met het formulier ‘Opgaaf werkelijk rendement’ kunnen zij aantonen dat hun werkelijke rendement lager was dan het fictieve rendement waarmee de fiscus rekende.
De regeling is bedoeld als reparatie, maar legt tegelijkertijd een nieuw, groot lek in de wet bloot. Fiscalisten waarschuwen dat het met de nieuwe regels kinderlijk eenvoudig is geworden om de belasting in box 3 legaal te ontwijken. Door aan het einde van het jaar slim te handelen in obligaties, kan het belastbare rendement naar nul worden teruggebracht. De truc komt erop neer dat je een papieren verlies creëert in het ene jaar, terwijl de daadwerkelijke opbrengst pas in het volgende jaar wordt ontvangen en dan lager wordt belast.
Het ministerie van Financiën erkent het lek, maar stelt er niets tegen te kunnen doen omdat het een onvermijdelijk gevolg is van de eisen die de Hoge Raad stelde. Dit voedt de discussie over de rechtvaardigheid en houdbaarheid van de vermogensbelasting, die de schatkist jaarlijks miljarden aan inkomsten dreigt te kosten.
De regels voor zzp’ers worden eindelijk duidelijker
Na jaren van onduidelijkheid over schijnzelfstandigheid heeft het kabinet een wetsvoorstel ingediend dat de regels moet verduidelijken. De wet ‘Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’ (Vbar) moet het voor opdrachtgevers en de circa 1,3 miljoen zzp’ers die Nederland telt, helderder maken wanneer er sprake is van een dienstverband.
Het voorstel introduceert een toetsingskader waarin vooral de mate van ‘werkinhoudelijke aansturing’ en of iemand ‘voor eigen rekening en risico’ werkt, centraal staan. Als een opdrachtgever bijvoorbeeld precies bepaalt hoe en wanneer het werk moet gebeuren, en de werkende in de organisatie is ingebed, wijst dat sterk op een arbeidsovereenkomst.
Het rechtsvermoeden houdt in dat een werkende met een tarief onder de € 36 per uur kan stellen dat hij of zij een werknemer is. De opdrachtgever moet dan bewijzen dat er tóch sprake is van zelfstandigheid, wat de bewijslast omdraait.
Een belangrijk nieuw wapen voor de meest kwetsbare groep op de arbeidsmarkt is de introductie van een ‘rechtsvermoeden’ bij een uurtarief van minder dan € 36. Verdient een zzp’er minder dan dit bedrag, dan wordt automatisch aangenomen dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Dit geeft werkenden een sterkere positie om rechten zoals ontslagbescherming, doorbetaling bij ziekte en pensioenopbouw af te dwingen. De wet moet op 1 juli 2026 ingaan.
Superrijken in het vizier: van private equity tot wereldwijde belasting
De fiscale behandeling van de allerrijksten staat vol in de schijnwerpers. In Nederland heeft een ruime meerderheid in de Tweede Kamer een motie aangenomen om de winsten van private-equitymanagers zwaarder te belasten. Nu vallen hun rendementen, de zogeheten ‘carried interest’, vaak in box 2 met een tarief van maximaal 31%. De Kamer vindt dit oneerlijk omdat het in feite om beloning voor werk gaat, en wil dat het kabinet met een voorstel komt om dit zwaarder te belasten. Een eerder voorstel om het volledig in box 1 (tarief tot 49,5%) te belasten bleek onuitvoerbaar, maar een hoger speciaal tarief in box 2 lijkt wel een optie.
Deze discussie staat niet op zichzelf. Internationaal groeit de roep om een effectievere belasting van miljardairs. De Franse econoom Gabriel Zucman, gesteund door zeven Nobelprijswinnaars, stelt een wereldwijde minimumbelasting van 2% op het totale vermogen van miljardairs voor. Het idee is dat deze groep vaak weinig belastbaar inkomen heeft, omdat winsten in bedrijven blijven zitten, terwijl hun vermogen enorm is. Een dergelijke vermogensbelasting zou volgens de voorstanders een eerlijkere bijdrage garanderen. De uitvoering is echter complex, met uitdagingen rondom de waardering van bezittingen zoals niet-beursgenoteerde bedrijven en de kans op belastingvlucht.
De fiscus kijkt straks mee in je cryptowallet
De tijd van anoniem handelen in crypto-activa is binnenkort voorbij. Vanaf 1 januari 2026 worden aanbieders van cryptodiensten, zoals beurzen en handelsplatformen, verplicht om gegevens over hun gebruikers te delen met de Belastingdienst. Dit is het gevolg van een nieuwe Europese richtlijn (DAC8) die nu in Nederlandse wetgeving wordt omgezet.
Crypto-aanbieders moeten straks jaarlijks informatie rapporteren over de identiteit van hun klanten en de transacties die zij uitvoeren. Het gaat daarbij niet alleen om aan- en verkopen, maar ook om het omwisselen van de ene cryptomunt voor de andere. De Belastingdienst kan deze gegevens vervolgens gebruiken bij de controle van de belastingaangiften.
Voor de bijna anderhalf miljoen Nederlanders die crypto bezitten, betekent dit dat de fiscus een veel beter beeld krijgt van hun vermogen. Bezittingen in crypto, net als spaargeld en aandelen, moeten worden opgegeven in box 3. De nieuwe rapportageplicht maakt het voor de Belastingdienst een stuk eenvoudiger om te controleren of dit ook daadwerkelijk gebeurt. Bedrijven die de regels niet naleven, riskeren hoge boetes.