Belastingbriefing Week 21

Nieuwe spaartaks, een krakend huurakkoord en de fiscus in het vizier

Belastingbriefing week 21

De belastingplannen en -discussies vliegen ons om de oren: van een nieuw wetsvoorstel voor het box 3-stelsel tot verhitte debatten over de huurmarkt, terwijl de Belastingdienst zelf onder een vergrootglas ligt vanwege de omgang met schuldenaren en privacy.


Deze week in het kort

  • nieuw wetsvoorstel voor box 3 belooft belasting op écht rendement
  • huurbevriezing sociale sector wankelt; minister zoekt compensatie via vpb
  • rekenkamer kritisch: belastingdienst beschermt schuldenaren en privacy onvoldoende
  • pleidooi voor eerlijker erfbelasting en aanpak fiscale sluiproutes
  • flexwerkers krijgen meer zekerheid, zzp-schap in kinderopvang sterk teruggedrongen
  • OM eist celstraffen voor malafide belastingadviseurs die cliënten dupeerden

Nieuwe box 3-wet eindelijk naar de Kamer

Het langverwachte wetsvoorstel voor een nieuw box 3-stelsel, dat belasting heft over werkelijk rendement, ligt nu bij de Tweede Kamer. Spaarders en beleggers kijken gespannen toe, want dit kan grote gevolgen hebben voor hoe hun vermogen wordt belast.

Als het aan het kabinet ligt, betaal je vanaf 1 januari 2028 belasting over wat je écht hebt verdiend met je vermogen, zoals rente, dividend en de waardeontwikkeling van bijvoorbeeld aandelen. Een belangrijke nuance is dat voor onroerend goed en aandelen in startende ondernemingen de winst pas bij verkoop (realisatie) wordt belast, in plaats van jaarlijks op basis van waardeontwikkeling. Verliezen mogen verrekend worden met toekomstige box 3-inkomsten, en het huidige heffingsvrije vermogen wordt omgezet in een heffingsvrij resultaat.

Dit nieuwe stelsel moet een einde maken aan de jarenlange juridische strijd over de huidige “spaartaks”, die door velen als oneerlijk wordt ervaren. De weg is echter nog lang en de invoering is complex. De Tweede Kamer moet het wetsvoorstel uiterlijk 15 maart 2026 hebben aangenomen, anders wordt de streefdatum van 2028 waarschijnlijk niet gehaald omdat banken, verzekeraars en de Belastingdienst zelf tijd nodig hebben voor aanpassingen.

Ondertussen gaan dit jaar de definitieve aanslagen voor box 3 over 2021 en 2022 de deur uit, omdat deze anders verjaren. Wie het niet eens is met bijvoorbeeld de verdeling van vermogen tussen fiscale partners of een beroep wil doen op een individuele buitensporige last, moet tijdig bezwaar maken. De politieke discussie over de precieze invulling van het nieuwe stelsel, met name over de zogenoemde vermogensaanwasbelasting (belasting over waardestijging vóór verkoop), is ook nog in volle gang.

Huurbevriezing wankelt, vpb-ingreep als redmiddel?

De rust op de woningmarkt lijkt nog ver weg. De eerder aangekondigde bevriezing van de huren in de sociale sector per 1 juli 2025 staat ernstig op de tocht na een storm van kritiek vanuit de Tweede Kamer en de woningcorporaties zelf.

Woningcorporaties slaan alarm: zij vrezen door de maatregel jaarlijks circa €1,5 miljard aan huurinkomsten mis te lopen. Dit zou kunnen leiden tot een investeringstekort van €35 miljard tot 2030, waardoor de bouw van mogelijk 85.000 nieuwe sociale huurwoningen en de verduurzaming van 365.000 bestaande woningen in het gedrang komen. Minister Keijzer van Volkshuisvesting, die zelf aangaf dit besluit niet genomen te hebben, zou nu volgens bronnen overwegen de vennootschapsbelasting (vpb) voor woningcorporaties volledig te schrappen. Dit zou de financiële pijn moeten verzachten en de broodnodige nieuwbouw moeten veiligstellen. Een dergelijke stap vereist wel zorgvuldige afstemming met de Europese Commissie vanwege mogelijke staatssteun.

De situatie is een politiek hoofdpijndossier. De huurbevriezing was bedoeld om huurders met een kleinere portemonnee te beschermen, maar dreigt nu de woningnood juist te verergeren. Zonder structurele compensatie komen niet alleen de ambitieuze landelijke bouwdoelstellingen (jaarlijks 100.000 nieuwe woningen, waarvan 30% sociaal) in gevaar, maar mogelijk ook €600 miljoen aan EU-gelden uit het Herstel- en Veerkrachtplan. Aedes, de belangenorganisatie van woningcorporaties, is inmiddels naar de rechter gestapt om de huurbevriezing terug te draaien. Deze ontwikkelingen tonen pijnlijk aan hoe fiscale maatregelen en politieke besluiten direct ingrijpen op een van de grootste maatschappelijke uitdagingen van dit moment.

Fiscus onder vuur: kritiek op schuldenaanpak en privacy

De Algemene Rekenkamer heeft opnieuw harde kritiek geuit op het functioneren van de Belastingdienst, met name als het gaat om de bescherming van burgers. Twee jaar na eerdere waarschuwingen stelt de Rekenkamer vast dat de fiscus nog steeds te weinig doet om te voorkomen dat mensen met schulden door opgelegde aflossingen onder het bestaansminimum zakken.

Een pijnlijk punt is dat de Belastingdienst in 2024 nog onvoldoende rekening houdt met informatie die burgers zelf aanleveren over hun aflossingen aan andere schuldeisers. Hierdoor kunnen mensen financieel in de knel komen. Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), dat onder meer verkeersboetes int, doet het op dit vlak beter; deze dienst houdt bij het vaststellen van betalingsregelingen wel rekening met de totale betalingscapaciteit en het leefgeld van burgers. De minister van Financiën heeft toegezegd de Leidraad Invordering 2008 aan te passen, wat belastingambtenaren meer ruimte moet geven voor maatwerk.

Naast de omgang met schuldenaren is er ook bezorgdheid over het gebruik van algoritmes door de Belastingdienst en Dienst Toeslagen. Volgens de Rekenkamer voldoen sommige van deze systemen niet aan de privacywetgeving (AVG). Dit geldt bijvoorbeeld voor een algoritme dat wordt ingezet om btw-carrouselfraude op te sporen en een systeem van Dienst Toeslagen dat persoonlijke begeleiding moet bieden aan ouders die kinderopvangtoeslag moeten terugbetalen. Hoewel de intentie goed is, zijn de risico’s voor burgers onvoldoende afgedekt. De minister van Financiën herkent de bevindingen en stelt de risico’s van algoritmes beter te willen beheersen. Het laat zien hoe de overheid worstelt met de balans tussen efficiëntie, digitalisering en de fundamentele rechten van burgers.

Erfbelasting: roep om rechtvaardiger systeem en einde aan trucs

De discussie over de erf- en schenkbelasting is weer actueel, met pleidooien voor een fundamentale herziening en kritiek op de aanpak van fiscale constructies. Moet dit stelsel, dat diep ingrijpt in familiekwesties, op de schop? Emeritus hoogleraar belastingrecht Inge van Vijfeijken vindt van wel en bepleit een systeem dat beter aansluit bij de daadwerkelijke financiële draagkracht van de erfgenamen.

Een kernpunt in haar voorstel is om vorderingen die kinderen krijgen op de langstlevende ouder (vaak de waarde van het huis) pas te belasten op het moment dat het geld daadwerkelijk wordt uitgekeerd, en niet al direct bij het overlijden van de eerste ouder. Nu moet de langstlevende soms al erfbelasting voorschieten voor de kinderen, terwijl het vermogen nog ‘in de stenen’ zit. Ook wil Van Vijfeijken af van zogenoemde ‘schenkingen op papier’, een populaire methode waarbij ouders op papier schenken aan (klein)kinderen om de toekomstige erfenis te verkleinen en zo belasting te besparen, zonder dat er direct geld overgemaakt wordt.

Tegelijkertijd is er vanuit de praktijk kritiek op de manier waarop de overheid fiscale constructies wil aanpakken. De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) waarschuwt dat een recent wetsvoorstel om belastingontwijking via huwelijkse voorwaarden met ongelijke breukdelen tegen te gaan, te ver doorschiet. Volgens de NOB zou dit voorstel ook legitieme, niet fiscaal gedreven keuzes van echtgenoten onterecht belasten, bijvoorbeeld bij tweede huwelijken of grote vermogensverschillen. De NOB pleit voor meer nuance, zoals een tegenbewijsregeling. Staatssecretaris Van Oostenbruggen ziet overigens weinig in een onafhankelijk, fundamenteel onderzoek naar onbelaste vermogensoverdrachten, omdat de Belastingdienst volgens hem al een goed beeld heeft van de problematiek.

Deze discussies raken de kern van hoe we als maatschappij omgaan met de overdracht van vermogen. Van Vijfeijken stelt een radicale vereenvoudiging voor met één vast belastingtarief voor schenk- en erfbelasting en een levenslange vrijstelling voor iedereen, met uitzondering van de partner en kinderen die niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Het illustreert de voortdurende spanning tussen de wens om belastingontwijking aan te pakken, de behoefte aan een eenvoudig en rechtvaardig stelsel, en de civielrechtelijke vrijheid van burgers.

Meer houvast voor flexwerkers, minder ruimte voor schijn-zzp

De arbeidsmarkt ondergaat belangrijke aanpassingen: flexwerkers krijgen meer zekerheid en de aanpak van schijnzelfstandigheid wordt serieuzer, met name zichtbaar in sectoren als de kinderopvang.

Een nieuw wetsvoorstel dat nu bij de Tweede Kamer ligt, het wetsvoorstel ‘Meer zekerheid flexwerkers’, beoogt de positie van werknemers met een flexibel contract te versterken. Denk hierbij aan strengere regels voor opeenvolgende tijdelijke contracten om ‘draaideurconstructies’ te voorkomen en de vervanging van nulurencontracten door basiscontracten met een minimumaantal gegarandeerde uren en een vastgelegde bandbreedte voor het maximumaantal uren. Uitzendkrachten krijgen daarnaast recht op minimaal gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden als hun collega’s in vaste dienst bij de inlener.

Deze veranderingen, die grotendeels per 1 januari 2027 moeten ingaan (met het onderdeel gelijke beloning voor uitzendkrachten mogelijk al per 1 januari 2026), raken naar schatting zo’n 2,7 miljoen mensen met een tijdelijk of een uitzendcontract. De impact van een strengere aanpak is al voelbaar: in de kinderopvang is het aantal zzp’ers naar schatting met ongeveer 70% gedaald nu de Belastingdienst de regels tegen schijnzelfstandigheid strenger is gaan handhaven. Veel voormalige zzp’ers zijn daar weer in loondienst getreden of werken via uitzendbureaus. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft recent praktijkvoorbeelden gepubliceerd om meer duidelijkheid te geven over de beoordeling of er sprake is van loondienst of zelfstandig ondernemerschap.

Jacht op malafide adviseurs en fiscale fraudeurs

Het Openbaar Ministerie (OM) treedt hard op tegen zelfbenoemde adviseurs die burgers de dupe maken van belastingfraude, een signaal dat fiscale misleiding serieuze gevolgen heeft.

Recent eiste het OM gevangenisstraffen van 12 maanden (waarvan 6 voorwaardelijk) en een beroeps- en bestuursverbod voor de duur van 5 jaar tegen twee mannen die zich voordeden als fiscaal en juridisch adviseurs. Zij hielpen cliënten tegen betaling met het indienen van vele opzettelijk onjuiste aangiften inkomstenbelasting, waarbij bijvoorbeeld betaalde belastingen, verkeersboetes, huur of energiekosten onterecht als gift in aftrek werden gebracht. De vereniging waarbinnen zij opereerden en die zich presenteerde als fiscaal juridisch kantoor, riskeert een geldboete van €15.000. Geen van de betrokkenen beschikte over een juridische opleiding.

De slachtoffers van deze praktijken zijn vaak de gewone burgers die, na aanvankelijk misschien een onterechte teruggave te hebben ontvangen, later geconfronteerd worden met navorderingen, rentes en grote schulden, wat leidt tot onzekerheid en financiële problemen. Dit soort zaken benadrukt het gevaar van het in zee gaan met onbevoegde adviseurs die gouden bergen beloven. Tegelijkertijd intensiveert de FIOD de strijd tegen grootschalige fiscale fraude, zoals dividendstripping en btw-carrouselfraude. De opsporingsdienst experimenteert daarbij zelfs met de inzet van kunstmatige intelligentie (AI) om bijvoorbeeld grote hoeveelheden data te analyseren en fraude beter en sneller op te sporen.


Meld je aan

En ontvang de Belastingbriefing iedere week in je mail.

Meld je aan

Voor de wekelijkse Belastingbriefing

En je bent elke week binnen 10 minuten bij met het belangrijkste belastingnieuws

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *