
Deze week zien we een overheid die met zichzelf overhoop ligt, terwijl een stapeling van belastingmaatregelen voor onverwachte en soms onbedoelde gevolgen zorgt in het hele land. Van ruziënde ministeries tot burgers die hun bezit van de hand doen; de rode draad is de voelbare impact van Haags beleid.
Deze week in het kort
- interne ruzies en falende IT brengen de belastingdienst in de knel, met miljardenclaims en privacyschendingen tot gevolg
- een stapeling van lasten treft bezitters van vastgoed en zonnepanelen, die hun investeringen heroverwegen
- de royale bedrijfsopvolgingsregeling wordt ter discussie gesteld: steunt deze nog wel het juiste doel
- een forse verhoging van de kansspelbelasting leidt onverwacht tot € 40 miljoen minder inkomsten voor de staat
De belastingdienst ligt met zichzelf overhoop
Soms zijn de grootste problemen bij de overheid niet de wetten zelf, maar de bestuurlijke frictie erachter. Uit vrijgegeven documenten blijkt dat de ministeries van Binnenlandse Zaken en Financiën jarenlang met verschillende prioriteiten hebben geworsteld rond de verhuurderheffing. Deze impasse ontstond nadat de Hoge Raad de heffing in 2018 op onderdelen had afgekeurd, wat een wetsreparatie noodzakelijk maakte.
Het uitblijven van een oplossing leidde tot een juridisch vacuüm en een situatie van rechtsongelijkheid, die woningcorporaties nu aanvechten. Het potentiële prijskaartje voor de schatkist is een afspiegeling van die bestuurlijke onenigheid: de bezwaarschriften vertegenwoordigen een fiscaal belang van ruim € 1,1 miljard.
Deze worsteling staat niet op zichzelf. Het illustreert een dieper, systemisch probleem waarbij de overheid moet balanceren tussen concurrerende publieke belangen. Dit is ook zichtbaar in de omgang met data, waar de Autoriteit Persoonsgegevens hard oordeelde over IT-systemen die de privacy onvoldoende waarborgen. De dienst vecht met verouderde technologie en de constante botsing tussen effectieve fraudebestrijding en het fundamentele recht op privacy, wat het vertrouwen en de rechtszekerheid onder druk zet.
De stapeling van lasten treft de vastgoedeigenaar
Wie een tweede huis bezit of investeerde in zonnepanelen, voelt de wind draaien. Een reeks op zichzelf staande fiscale maatregelen zorgt voor een onbedoeld stapeleffect dat voelbaar begint te knellen. Zo is er in Zeeland een ware verkoopgolf van recreatiewoningen gaande. Makelaars en verkopers wijzen naar de opeenstapeling van belastingen als voornaamste reden.
De overdrachtsbelasting voor een tweede woning is 10,4%, de btw op logies gaat volgend jaar van 9% naar 21%, en de heffing in box 3 blijft een bron van onzekerheid. Hoewel sommige maatregelen een eigen doel dienen, zoals het afremmen van beleggers op de woningmarkt, is het gezamenlijke effect nu voelbaar in de toeristische sector. De gemeente Zandvoort heeft de Tweede Kamer zelfs gesmeekt de btw-verhoging te heroverwegen.
Een vergelijkbare dynamiek is zichtbaar bij huiseigenaren met zonnepanelen. De groei is fors afgevlakt nu de aantrekkelijke salderingsregeling wordt afgebouwd en energiebedrijven terugleverkosten rekenen. Deze voorbeelden laten zien hoe verschillende beleidskeuzes elkaar in de praktijk kunnen versterken, met soms onverwachte gevolgen voor de keuzes van burgers en bredere doelen als de energietransitie.
Maak van de bedrijfsopvolgingsregeling een échte steun
De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) is een van de meest genereuze fiscale faciliteiten van ons land, maar staat steeds vaker ter discussie. De regeling is oorspronkelijk bedoeld om een nobel doel te dienen: voorkomen dat een familiebedrijf bij een erfenis of schenking verkocht moet worden om de belasting te betalen en zo werkgelegenheid en continuïteit te beschermen. De kritiek is echter dat de zeer ruime opzet de BOR ook tot een populair instrument heeft gemaakt voor vermogende families om vermogen fiscaal gunstig door te schuiven, zelfs als het meer om beleggen dan om puur ondernemen gaat.
Een recente opiniebijdrage in het FD pleit daarom niet voor afschaffing, maar voor een genuanceerde hervorming: richt de regeling zo in dat deze haar oorspronkelijke doel beter dient. Dit kan door de fiscale steun te koppelen aan daadwerkelijk maatschappelijk ondernemerschap, bijvoorbeeld door voorwaarden te stellen aan herinvestering van de winst en het verankeren van een sociale missie in de statuten.
Zo’n aanpassing creëert een heldere keuze. Families die zich committeren aan langetermijnwaardecreatie, kunnen rekenen op steun. Wie het bedrijf primair als beleggingsvehikel ziet, valt onder de reguliere belastingheffing. Dit zou de BOR niet alleen rechtvaardiger maken, maar ook de maatschappelijke legitimiteit ervan versterken.
Verhoging gokbelasting pakt averechts uit
Het voorspellen van gedrag is een van de lastigste kanten van belastingbeleid. Dat blijkt eens te meer uit de recente verhoging van de kansspelbelasting. Per 1 januari 2025 werd het tarief verhoogd van 30,5% naar 34,2%, met het heldere doel om € 100 miljoen extra op te halen voor de staatskas. De praktijk lijkt echter een andere wending te nemen.
Uit onderzoek van de Kansspelautoriteit (Ksa) blijkt dat de belastinginkomsten juist lijken te dalen. De prognose voor dit jaar is een min van € 40 miljoen. De hogere belasting drukt zo zwaar op de marges van aanbieders dat zij reageren met kostenbesparingen. Er wordt minder geadverteerd, het aantal fysieke speellocaties neemt af en online zijn uitkeringspercentages verlaagd.
Het illustreert het dilemma voor beleidsmakers: een maatregel die op papier de schatkist spekt en gokken wellicht ontmoedigt, kan in de praktijk de financiële gezondheid van de legale sector onder druk zetten. Volgens de Ksa is een stabiele, legale markt juist een voorwaarde om spelers een veilige omgeving te kunnen blijven bieden en hen weg te houden van het illegale circuit.