
Tien vaste, persoonlijke vragen gesteld aan fiscale professionals en aanpalende influencers en wetenschappers over onze belastingen als pijler onder de democratische rechtstaat. In deze aflevering: Rinze van Minnen. Van Minnen werkte vijftien jaar in Amsterdam in de internationale fiscale praktijk tot hij in 2018 Van Minnen Tax Law startte in Hanzestad Deventer: een Nederlands advocatenkantoor gespecialiseerd in het Nederlandse, Europese en internationale belastingrecht voor ondernemingen. Voor The Floris is Van Minnen voorzitter van de Contentcommissie Corporate Tax. Van Minnen: “Mijn bijzondere belangstelling en focus betreft de zakelijke, investerings- en handelsrelaties met Frankrijk en Duitsland. Ik heb ruime ervaring in fiscale planning, transfer pricing, transacties, overnames, financieringen en management participaties.”
1. Wat is de hardnekkigste fiscale mythe die je zou willen ontkrachten?
Ik zou Den Haag, de Belastingdienst en alle burgers van Nederland willen bevrijden van de gedachte dat een heffingskorting inkomensafhankelijk kan of moet zijn. Het hele idee achter de heffingskortingen (sinds 2001) i.p.v. persoonlijke aftrekposten en belastingvrije sommen (zoals voorheen) is juist dat deze voor iedereen gelijk zijn. De progressie zou alleen in de schijven moeten zitten. Met een een progressieve inkomstenbelasting nivelleer je dan tweemaal, en met de inkomensafhankelijke toeslagen zelfs driemaal. Dat is oneerlijk en niet transparant.
2. Je mag een nieuwe emoji ontwerpen die het huidige belastingstelsel perfect samenvat. Hoe ziet die eruit?
Deze emoji zou lijken op zo’n fondue-bord uit de jaren zeventig, met vakjes voor sausjes en vleesjes. In een leuke retrokleur.
3. Als je een fiscale influencer kon ontmaskeren wegens populisme of desinformatie, wie zou dat zijn en waarom?
Donald Trump – vanwege zijn ongefundeerde en losgeslagen importheffingen. Maar uiteindelijk kunnen de kapitaalmarkt en de inflatie dat ontmaskeren veel beter dan ik.
4. Welke historische figuur (dood of levend) zou je aan tafel willen zetten voor een discussie over belastingrechtvaardigheid – en wat zou je hem/haar vragen?
Alexander Gogel, de grondlegger van ons nationale fiscale stelsel in de Bataafse Republiek. Zijn erfenis overleefde in het Koninkrijk Holland en daarna het moderne Koninkrijk der Nederlanden. Ik zou hem de vraag stellen hoe hij de belastingheffing op Europees niveau zou willen organiseren.
5. Welke songtekst of filmquote vat de kern van het huidige publieke, fiscale debat volgens jou perfect samen?
Jared Vennett in The Big Short: ”Tell me the difference between stupid and illegal and I’ll have my wife’s brother arrested.”
6. Je hebt 280 tekens (een tweet) om uit te leggen waarom belastingen nodig zijn – wat zeg je?
Belastingen zijn nodig om die dingen te doen waarvan iedereen weet dat ze nodig zijn maar waarvan niemand zin of draagkracht heeft om de risico’s en financiering op te pakken. Als een corvee-schema op schoolkamp. Of positiever gezegd: belastingen zijn als periodiek uit eten gaan met een groep vrienden en vriendinnen en de rekening hoofdelijk omslaan, ongeacht wat iedereen precies geconsumeerd heeft. Het maakt op de lange termijn de avonden misschien wat duurder, maar veel gezelliger. Je zult moeten accepteren dat er personen zijn die een extra duur toetje nemen en mag ze erop aanspreken als ze het áltijd doen. Je zult als krentenweger moeten accepteren dat je bij alleen eten misschien minder had uitgegeven (maar: minder gezellig!). Deze analogie verklaart ook waarom Zwitserland een duur en ongezellig land is.
7. Je moet de kern van ons belastingstelsel uitleggen aan een groep middelbare scholieren. Hoe pak je dat aan zonder dat ze in slaap vallen?
Dat heb ik al eens gedaan bij een beroependag op school. Ik liet ze met drie personen en chocoladegeld een mini-economie nabootsen, met inkoop, verkoop en salaris. De middelste scholier kocht in en verkocht, via een schoenendoos (haar BV). Na 5 minuten zette ik een donkere zonnebril op en een trenchcoat aan en deed ik alsof ik de fiscus (met een vleugje FIOD) was en de boeken kwam controleren. Ik liet ze uitrekenen welk bedrag aan BTW eraf moest (21/121e van de marge) en daarna de gecombineerde VPB (25%) en IB (33%) afdragen, samen 50%. Daarna wilden ze allemaal óf ondernemer worden óf bij de belastingdienst werken. De rol van consument en werknemer werd minder gewaardeerd.
8. Hoe kunnen fiscale professionals het debat minder droog en technocratisch maken, zonder dat het populistisch of “op de hurken” wordt?
Door te spreken over die dingen waar mensen dagelijks mee te maken hebben. Boodschappen, energiekosten, de eigen woning en het salarisstrookje.
9. Wat was het fiscale dilemma waarbij je zelf écht moest nadenken over wat rechtvaardig is?
De bedrijfsopvolgingsregeling.
10. Wat is jouw fiscale guilty pleasure? (bijvoorbeeld een aftrekpost waar je stiekem van geniet).
De youngtimer-regeling voor ondernemers.
