
Met een demissionair kabinet aan het roer en een versplinterde Tweede Kamer, worstelt Den Haag openlijk met vastgelopen dossiers. Van de vermogensbelasting tot de problemen bij het UWV: de politieke impasse heeft voelbare gevolgen. Dit is wat er deze week écht speelt en waarom het ertoe doet.
Deze week in het kort:
- het debat over de box 3-heffing is vastgelopen op onenigheid over kosten en miljardenclaims
- ondernemers hebben voor honderden miljoenen te veel coronasteun ontvangen door slim boekhouden
- De Nederlandsche Bank waarschuwt dat fiscale voordelen de huizenprijzen onbetaalbaar maken
- werkgevers lokken jong talent door fiscaal gunstig studieschulden af te lossen via de werkkostenregeling
- het UWV kampt met enorme achterstanden, waardoor tienduizenden zieken in onzekerheid verkeren
Box 3 discussie legt politieke onmacht bloot
Hoe belast je vermogen eerlijk zonder de schatkist te plunderen? Die vraag legt een bom onder de Haagse politiek, waar de discussie over de vermogensbelasting in box 3 volledig is vastgelopen. De stemmingen over een reparatiewet zijn zelfs uitgesteld, omdat de meningen mijlenver uiteenliggen.
Aanleiding is de zogeheten tegenbewijsregeling, die nodig is na een uitspraak van de Hoge Raad. Het meest prangende punt: particuliere vastgoedbeleggers mogen hun gemaakte kosten, zoals onderhoud, niet aftrekken van hun rendement. Dit voelt voor een groot deel van de Kamer onrechtvaardig. Twee oplossingen liggen op tafel. CDA en ChristenUnie willen de kostenaftrek alsnog invoeren, terwijl BBB eenmalig ‘boxhoppen’ voorstelt: vastgoed met een laag belastingtarief naar een bv verhuizen.
Demissionair staatssecretaris Van Oostenbruggen ontraadt beide plannen met klem. De voorstellen kosten de schatkist volgens hem respectievelijk €1,1 miljard en €2 miljard, en dreigen de definitieve oplossing voor box 3 verder te vertragen. Het resultaat is een patstelling die de onmacht toont om een rechtvaardig én betaalbaar systeem op te tuigen. Particuliere verhuurders voelen zich in de hoek gedrukt, terwijl de Belastingdienst vreest voor onuitvoerbare plannen.
De verborgen rekening van de coronasteun
De NOW-steun was een reddingsboei tijdens de pandemie, maar had een duur prijskaartje. Een nieuw CPB-onderzoek onthult dat honderden miljoenen euro’s mogelijk onterecht bij bedrijven belandden. De oorzaak: “strategisch gedrag” van ondernemers.
Om voor de eerste NOW-regeling in aanmerking te komen, moesten bedrijven een omzetverlies van minstens 20% verwachten. Onderzoekers vonden een opvallende piek in aanvragen met een omzetverlies net boven die drempel. Vergelijking met btw-aangiftes laat zien dat bijna 40% van de bedrijven een hoger verlies opgaf voor de subsidie dan daadwerkelijk het geval was. Dit slimme sturen met omzet zou de schatkist circa €740 miljoen te veel hebben gekost.
Volgens de onderzoekers was dit deels de prijs voor snelheid; striktere controles hadden de hoognodige hulp vertraagd. Het legt een pijnlijk dilemma bloot voor toekomstige crisissituaties: hoe balanceer je snelle steun met het voorkomen van misbruik? Voor de burger betekent het dat veel publiek geld niet terechtkwam waarvoor het bedoeld was, terwijl de opsporing van fraude nu prioriteit krijgt.
Fiscale voordelen jagen huizenprijzen verder op
Wie een huis wil kopen, moet steeds dieper in de buidel tasten. Volgens De Nederlandsche Bank (DNB) is die onbetaalbaarheid deels een direct gevolg van ons eigen belastingstelsel.
DNB stelt dat fiscale regelingen zoals de hypotheekrenteaftrek de vraag naar koopwoningen kunstmatig aanjagen. Omdat het aanbod van huizen beperkt is, leidt dit vooral tot hogere prijzen. De ramingen zijn confronterend: een gemiddeld huis kost volgend jaar €544.000, waarvoor een bruto jaarinkomen van ongeveer €111.000 nodig is.
De maatschappelijke impact is enorm. Slechts één op de drie huishoudens kan zo’n bedrag nog lenen. Vooral starters zijn de dupe; zij worden afhankelijker van spaargeld of giften van familie. De DNB waarschuwt dat het verder verhogen van de leenruimte geen oplossing is. De boodschap is helder: er is een brede hervorming nodig, inclusief het aanpakken van fiscale voordelen. Een taak die door de huidige politieke impasse voorlopig op de lange baan geschoven lijkt te worden.
De studieschuld als nieuw wapen op de arbeidsmarkt
In de strijd om jong talent hebben werkgevers een nieuw, fiscaal aantrekkelijk wapen ontdekt: het helpen aflossen van de studieschuld. Dit gebeurt via een slimme toepassing van de werkkostenregeling (WKR).
Werkgevers kunnen de ‘vrije ruimte’ van de WKR gebruiken om werknemers een onbelaste vergoeding te geven die ze kunnen aanwenden voor hun studieschuld. Voor jonge professionals, van wie velen tienduizenden euro’s schuld hebben, is dit een zeer aantrekkelijke arbeidsvoorwaarde. Het helpt hen niet alleen financieel, maar maakt ook de weg vrij voor het verkrijgen van een hypotheek.
Het kabinet onderzoekt nu of er een speciale, gerichte vrijstelling voor studieschulden moet komen. De keerzijde is dat dit waarschijnlijk ten koste gaat van de algemene vrije ruimte, waardoor andere werkgevers minder mogelijkheden hebben voor onbelaste vergoedingen. Het is een boeiend voorbeeld van hoe een fiscale regel creatief wordt ingezet om een groot maatschappelijk probleem aan te pakken.
Het UWV-doolhof: zieken in de wachtkamer van de overheid
Wie langdurig ziek wordt, belandt in een wereld van onzekerheid. Niet alleen over gezondheid, maar ook over inkomen. De enorme achterstanden bij het UWV maken die onzekerheid nu ondraaglijk voor tienduizenden mensen.
De wachtlijsten voor een WIA-beoordeling, die bepalend is voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering, rijzen de pan uit. De prognose is een groei tot 100.000 wachtenden in 2027. De oorzaken zijn een stijgend aantal ziekmeldingen en een nijpend tekort aan verzekeringsartsen. Alsof dat niet genoeg is, zijn er in het verleden veel fouten gemaakt bij de berekening van uitkeringen. Deze zomer krijgen 220.000 mensen een brief met de mededeling of hun dossier wel of niet wordt gecontroleerd, wat voor velen de onzekerheid alleen maar verlengt.
De overheid neemt maatregelen, zoals een versnelde beoordeling voor 60-plussers, maar het voelt als een druppel op een gloeiende plaat. Het toont pijnlijk hoe een falende overheidsinstantie verwoestende gevolgen heeft voor de meest kwetsbaren, terwijl een daadkrachtige politieke aanpak door de demissionaire status van het kabinet uitblijft.