Vaarwel versimpeling, welkom Florissante perspectieven…

The Floris en ‘De Kloof’

Oprichter en RvT-lid van Stichting The Floris mr. dr. Ineke Koele ging rechtop zitten toen de jeune premier van de Nederlandse televisiejournalistiek, de jonge graaf Sander Schimmelpenninck, een serie op de treurbuis startte onder de titel ‘Sander en de Kloof’. Dat intussen een zeer goed bekeken tv-programma gaat over het verkleinen van de kloof tussen arm en rijk in ons land, een thema dat dan direct op de radar komt van The Floris, de beweging die het als haar ridderlijke taak ziet om het vertrouwen tussen belastingplichtigen en overheid te vergroten. Wat essentieel is voor de belastingmoraal. In dit artikel weegt Koele Schimmelpennincks aanpak, die zij in essentie toejuicht, maar tegelijkertijd van enkele knalrode vlaggen voorziet. Simplificatie van tegenstellingen zoals in De Kloof werkt immers doorgaans averechts: die (fiscale) kloof wordt er alleen maar gapender door. The Floris over The Kloof: vaarwel versimpeling en welkom florissante perspectieven!

‘De Kloof’, het is een intrigerende titel, maar we zijn bij The Floris ook meteen op onze hoede bij dat woord, nu we van de Zweedse statistiekengoeroe Hans Rosling[1] hebben geleerd dat mensen van nature een ‘kloofinstinct’ hebben en graag in harde tegenstellingen denken. Dat blijkt echter een nogal achterhaald binair denksysteem te zijn. De werkelijkheid is oneindig meer gecompliceerd en genuanceerd. Door te simplificeren, worden tegenstellingen gecreëerd die gevaarlijk zijn voor het vertrouwen van burgers in hun overheid en vice versa. Dat vertrouwen is essentieel voor een vreedzame samenleving, waar iedereen bovendien bereid is belasting te betalen. 

Sander Schimmelpenninck (foto VPRO)

In de basis ben ik het volledig eens met Schimmelpenninck, waar hij zegt dat groeiende ongelijkheid een van de grootste pijnthema’s is in onze samenleving. Dat is niet alleen een ideologische kwestie, maar ook een pragmatisch en historisch besef van een verlicht eigenbelang bij het vermijden van een situatie waarin de onmin van het volk leidt tot revolutie of oorlog[2]. Schimmelpenninck heeft veel over het fascisme gelezen en voelt, ook vanuit zijn familiale geschiedenis, een verantwoordelijkheid om zich hierover uit te spreken. Niets menselijks is Sander vreemd als hij met zijn programma ook veel aandacht wil en het soms wat minder nauw neemt met de feitelijke onderbouwing. Zoals Sander maar al te goed weet, is een tikje polarisatie en overdrijving voor de clickbategevoelige nieuwsconsument nu eenmaal goed voor de business[3].

Om ook echt een begin te maken met het dichten van de kloof tussen rijk en arm, is het ondertussen van groot belang dat het thema ‘ongelijkheid’ evenwichtig en genuanceerd wordt benaderd. En dus niet vanuit een bepaalde ‘geloofsovertuiging’ die niet terug kan worden gebracht op feitelijke juistheden. In het proces van kloofverdichting neem je mensen idealiter mee. De geschiedenis leert namelijk dat drieste manoeuvres onvermijdelijk tot onenigheid leiden en zelfs tot ondergang van de ridder[4], die met paard en al in de kloof verdwijnt. 

The Floris ziet het als haar taak, om dit evenwicht aan te brengen in de discussie, door enerzijds simplificaties of feitelijke onjuistheden te benoemen en anderzijds de discussie te verbreden met Florissante perspectieven die minder zwartwit zijn maar juist meer inzicht geven in veelkleuriger oplossingen. The proof of the pudding is in the eating: let’s eat. 

BYE BYE VERSIMPELINGEN VAN DE KLOOF

Demontage 1: Hoewel ongelijkheid tussen rijk en arm wereldwijd een groeiend probleem is, behoort Nederland tot de landen die relatief het minst ongelijk zijn.

Schimmelpennincks serie trapt af met de prikkelende stelling: Nederland heeft volgens de Wereldbank de hoogste vermogensongelijkheid ter wereld. Daarbij verwijst Sander naar het World Wealth Databook van Credit Suisse uit 2019, dat Nederland inderdaad categoriseert met de hoogste Gini coëfficient, althans waar het om vermogen gaat. Een verwijzing naar de Wereldbank ben ik overigens niet tegengekomen. Ook het CBS lijkt Nederland een vergelijkbare hoge vermogensongelijkheid toe te dichten, maar de hoofdonderzoeker lijkt zelf toe te geven dat deze cijfers met een behoorlijke korrel zout genomen moeten worden, aangezien de waarde van de enorme Nederlandse pot aan pensioenverzekeringen daar niet in is meegenomen[5]. Oeps. Economen nemen vermogen in vennootschappen, bestemd als pensioenreserves van directeur-grootaandeelhouders, juist wél mee als vermogen, wat uiteraard een omgekeerde ongelijkheid is bij de interpretatie van data. Economen begrijpen helaas de juridische verschillen meestal onvoldoende om hiermee goed uit de voeten te kunnen of zijn politiek biased. Het werken met interpretaties van cijfers is dan een riskante exercitie voor de samenleving. Uit het recente rapport Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) ‘Vermogensverdeling’ dat in juli 2022 is uitgebracht, wordt ook aangegeven dat er geen eenduidig begrip bestaat over wat vermogensongelijkheid precies is en welk vermogen hierbij relevant is. Omdat er geen sprake is van een samenhangend overkoepelend ‘vermogensbeleid’, concludeert het IBO ook dat al dan niet juiste interpretaties over onvolledige data en gebrek aan (historische) data leiden tot verschillen in opvatting over de vermogensverdeling waardoor het debat dreigt te verzanden in gepolariseerde discussies.

Verder publiceerde het CBS in december 2021 de analyse dat de vermogensverschillen in ons land na 2015 jaarlijks zijn afgenomen, wat samenhangt met het aantrekken van de woningmarkt. Wordt de eigen woning buiten beschouwing gelaten, dan zijn de verschillen tussen de huishoudens vrijwel stabiel gebleven in de periode 2011-2020[6].

Ook zijn er experts die wijzen op het feit dat er slechts enkele landen zijn, waaronder Nederland en Noorwegen, die betrouwbare cijfers geven over de verdeling van vermogen, waardoor een vergelijking niet zinvol zou zijn. Het is een algemeen erkend feit dat Nederland internationaal heel laag scoort op inkomensongelijkheid. 

Maar de verwarring wordt nog groter, als we andere bronnen bekijken die wél uitgaan van gegevens van de Wereldbank. Deze kwalificeren Nederland als onderdeel van de Noord-Europese en Midden-Europese landen die juist de minste vermogensongelijkheid kennen in de wereld. Vermogensongelijkheid gaat gelijk op met corruptie en het verbaast dan ook niet dat veel landen in Afrika, het Midden-Oosten, Zuid-Amerika, Rusland en China, Cyprus en Turkije, de grootste vermogensongelijkheid kennen[7]. Volgens de World Bank zelf zijn de laatste cijfers over Nederland beschikbaar uit 2018 en bedroeg de Gini-coëfficiënt toen 28,1 wat inderdaad behoort tot de landen met de laagste vermogensongelijkheid[8]. Het is bovendien verlaagd ten opzichte van 1990 toen nog het boven de 30 lag. 

Waarom dan toch roepen dat die kloof in Nederland zo groot is? 

Er is ontegenzeggelijk sprake van grote financiële ongelijkheid die vooral veroorzaakt is door het kunstmatig creëren van geld door onze centrale banken. Dit heeft geleid tot een even kunstmatige waardestijging van vastgoed, aandelen tot edelmetalen. De mensen die aan de zijlijn zijn blijven staan, voelen zich nu relatief arm ten opzichte van degenen die op tijd zijn ‘ingestapt’. Dat de risico’s van al deze kunstmatige bubbels gigantisch zijn, wordt dan gemakshalve maar over het hoofd gezien. 

Demontage 2: De belasting op inkomsten uit vermogen is zeker niet altijd lager en juist bij de kleinere beleggers vaak hoger dan de belasting op inkomsten uit arbeid. 

Het is vreemd dat de Nederlandse wetgever, als enige in de wereld, vanuit een bedachtzame luiheid inkomsten uit vermogen wenst te belasten op basis van ‘gemiddelden’ die in sommige situaties (zoals de huizenmarkt Amsterdam in de afgelopen jaren) onredelijk gunstig uitpakken. Voor de vermogensongelijkheid van Nederlanders is dit van een veel geringer belang dan de nog steeds bestaande (hoewel afgetopte) hypotheekrenteaftrek. Juist de historische lage rente had een reden moeten zijn om de (ook voor fiscalisten) onmogelijk complexe eigen woning-regeling af te schaffen. Dit had bovendien de extreme groei van de huizenprijzen effectief geremd. 

Volgens Sander is het oneerlijk dat belasting op vermogen veel lager wordt belast dan belasting op inkomsten uit arbeid. Hij illustreert dit door te wijzen op cryptofanaten en Amsterdamse pandjesprinsen, die in box 3 heel weinig belasting betalen omdat het gebaseerd is op een fictief rendement (in 2021 bedroeg dat 5,6%), dat veel lager is dan wat ‘zij kunnen maken’. Hij portretteert mensen die op een bootje in de Amsterdamse gracht trots vertellen dat ze hun baan hebben opgezegd en alleen nog maar in crypto’s handelen en daar flink mee verdienen. Of mensen die op een bedrijfsmatige manier onroerend goed gaan kopen met maximaal geleend geld. Deze professionals zijn echter al snel belastbaar in box 1 onder de categorie ‘Resultaat uit overige werkzaamheid’ zodra zij daar voorzienbaar positieve resultaten mee kunnen maken. Alle resultaten, ook ongerealiseerde resultaten, zijn dan belast tegen het toptarief van 49,5%. 

De werkelijkheid is echter dat de meeste mensen geen cryptofanaten of pandjesmelkers zijn, maar geld hebben op een spaarrekening en wat effecten. Zij hebben geen tijd om de hele dag bezig te zijn met hun vermogen. Zij betalen niet zelden meer dan 100% belasting over hun inkomen uit dat vermogen, simpelweg omdat ze per saldo een lager rendement maken op hun vermogen dan het fictieve rendement, dat jaarlijks wordt bepaald aan de hand van macro-economische gegevens van het vorige kalenderjaar. In veel gevallen worden inkomsten uit kapitaal dus feitelijk veel hoger belast dan inkomsten uit arbeid. 

De fiscale wereld is daarom opgelucht dat de Hoge Raad op Kerstavond 2021 eindelijk, na vele procedures, heeft geoordeeld dat de belastingdruk op vermogen niet aanzienlijk hoger mag zijn dan de werkelijke inkomsten daaruit. In de praktijk was de heffing op inkomsten uit vermogen vaak meer dan 100% van die inkomsten, terwijl inkomsten uit arbeid toch echt nooit meer dan 49,5 % wordt belast. De paradox is hier dat dit bijdroeg aan de door Sander zo betreurde kloof. De reden is dat mensen met serieus vermogen veel hoger rendement maken dan het fictieve rendement, terwijl juist de kleine beleggers werden afgestraft met een inkomstenbelasting van meer dan 100%. 

Inkomsten uit kapitaal worden dus zeker niet altijd lager belast dan inkomsten uit arbeid en niet zelden veel hoger. Het cynische van het huidige systeem is echter dat dat vooral gebeurt bij de kleinere belegger.

Demontage 3: Er is geen correlatie in de belastingdruk op vermogen versus arbeid

Sander noemt verschillende keren in zijn serie dat de belasting op vermogen omhoog moet, want dan kan de belasting op inkomen omlaag. Een vrachtwagenchauffeur betwist dit met kracht: ‘Wie zegt dat? Ik heb daar geen enkel vertrouwen in, dat het zo werkt’. En die chauffeur heeft helemaal gelijk: nee, zo werkt het inderdaad niet. Het is een polemiek die we in het fiscale debat veel tegenkomen: “Jouw aftrek is mijn belastingafdracht!”

Maar deze denkwijze miskent volledig het karakter van belastingen. Een belasting is een afdracht aan de staat, waar geen enkel recht tegenover staat. Ook niet via een ‘sociaal contract’. Het gaat louter om de rechtvaardigheid van het systeem. Deze polemiek wordt helaas maar al te vaak ook door politici gebezigd. Zo creëerde men een crisisheffing in de vorm van de verhuurdersheffing op sociale woningcorporaties in 2013, die nadien echter nooit werd afgeschaft. Als gevolg hiervan zijn er de laatste jaren veel te weinig woningen gebouwd en wordt de roep om afschaffing steeds luider. Dan verdedigt de overheid zich plotseling met het B-woord: er moet ‘budget worden gevonden’ voor de afschaffing van deze vermaledijde crisisheffing. Terwijl de sociale woningcorporaties sinds 2013 meer dan 10 miljard euro hebben opgehoest, waarvan onderzoek duidelijk heeft gemaakt dat dit voor een belangrijk deel door sociale huurders is opgebracht door middel van huurverhogingen. De polemiek van oorzaak en gevolg getuigt dan ook eerder van cynisme dan van realiteitszin. 

Met belastingen op arbeid heeft dit alles niets te maken. Met belasting op vermogen of erfbelasting evenmin. 

De realiteit is dat hoge vermogensbelastingen leiden tot emigratie van vermogende families, simpelweg omdat het vertrouwen van vermogende burgers in hun staat niet groot genoeg is om ze een wezenlijk deel van hun vermogen te laten afstaan. Iedereen kan namelijk zijn lidmaatschap van de ‘Vereniging Nederland’ opzeggen. En daarmee wordt de belastingafdracht door deze vermogende families dan ook opgezegd en dat blijkt dan voor de schatkist – o wonder – toch bijzonder tegen te vallen[9]. Ik hoor met name linkse politici al zeggen dat dit ‘chantage’ is. Helaas is het dat niet: juist de succesvollen en kosmopolieten stemmen met hun voeten! Denk alleen maar aan de vele Nederlanders die in de jaren tachtig naar België emigreerden toen wij in Nederland een belastingdruk kenden van 68% op inkomsten uit vermogen. Velen daarvan kwamen nooit meer terug, ook niet nadat deze hoge belastingdruk werd teruggeschroefd. Dan is er zelfs in de cynische ‘contractsbenadering’ geen budgettaire ruimte voor verlaging van belastingen op arbeid. 

Een ander probleem is dat we een enorme hoeveelheid zelfstandigen (‘kleine ondernemers’) hebben die allen vermogen moeten opbouwen om hun pensioen te regelen. Het extern privaat verzekeren van pensioen is bij de huidige rentestand onbetaalbaar (met dank aan de Centrale Banken) en dus wordt er veel gespaard in persoonlijke vennootschappen en in privé. Dat is bestemd vermogen[10] en ongeschikt om voortijdig te belasten. 

WELKOM FLORISSANTE PERSPECTIEVEN OP DE KLOOF

Perspectief 1: Vermogen met een geweten (conscious wealth)

Vermogensongelijkheid is op zichzelf niet een probleem zolang vermogende mensen en organisaties zich maatschappelijk maar respectvol gedragen ten aanzien van dit vermogen. Het is de wijze waarop rijken omgaan met hun vermogen tegenover de samenleving, die van groot belang is. Dat betekent in de eerste plaats dat zij geen schade mogen aanrichten aan onze pluralistische maatschappij met hun vermogen: ‘do not harm’. Dat betekent bijvoorbeeld concreet dat zij zich dienen te onthouden van lobby-activiteiten of anderszins oneigenlijke politieke druk proberen uit te oefenen met behulp van hun geld voor eigen gewin. Dat gaat rechtstreeks ten koste van de democratie en zou in filosofisch opzicht een reden kunnen zijn voor confiscatie, nu dit echt een aanval is op de democratische kernwaarden van onze samenleving. Dat is uiteraard geen rechtvaardiging voor een ‘superbelasting’ voor alle vermogenden, maar louter een aansporing om elke vorm van politieke corruptie te bestraffen. In dit opzicht is het ook vreemd dat politieke partijen in Nederland nog steeds ANBI (algemeen nut beogende instelling) heten, terwijl dat in de rest van de beschaafde wereld niet het geval is. 

Anderzijds houdt conscious wealth in dat vermogende personen of families ook positief gericht zijn om het algemeen belang actief te ondersteunen. Maatschappelijke organisaties worden in een pluralistische samenleving gevoed door private financiering en onze democratie floreert hierdoor. De overheid heeft zeker niet een monopolie op het algemeen nut en vele maatschappelijke innovaties, initiatieven en instellingen bestaan (voort) dankzij private financiering. 

Het is een essentieel element van een moderne democratie dat deze pluralistische krachten tezamen met de overheid een samenleving vormgeven. De overheid kan vanwege haar politieke aard alleen al weinig progressie maken op tal van onderwerpen, waar private organisaties dat wel kunnen. Sterker nog: zonder deze private organisaties zou onze wereld een stuk armer, onveiliger en onplezieriger zijn. Het is dus gevaarlijk en onjuist om de wereld voor te stellen als een tegenstelling tussen overheid en andere maatschappelijke organisaties. De waarheid is dat overheid en maatschappelijke organisaties samenwerken om in een triple helix met het bedrijfsleven op grote thema’s innovaties te forceren, variërend van energietransitie en vaccinontwikkeling tegen nieuwe virussen, tot veiligheidsscenario’s voor bescherming en verdieping van mensenrechten.  
Vermogende families worden maatschappelijk uitgedaagd zich publiek te verantwoorden over de mate waarin zij gewetenvol omgaan met hun vermogen. Daartoe is in eerste plaats vereist dat men een visie heeft op het hebben van vermogen zonder meer. Daarbij geldt zoals altijd: ‘Wealth is a divider, unless it serves a meaning’.  Vermogen verdeelt ons van nature, behalve als er een echte bedoeling achter steekt. Zonder betekenis wordt vermogen eenvoudig een bron van conflicten tussen mensen – en dus ook de samenleving als geheel – die menen er simpelweg aanspraak op te kunnen maken. 

Perspectief 2: Tax shift van arbeid naar groene belastingen op vervuiling en consumptie

Als tweede Florissant perspectief verdient het Ex’tax project[11] alle aandacht. De denktank ‘Ex’tax Project Foundation’ streeft al jaren naar een systeemwijziging in ons fiscale systeem waarbij de belastingdruk op arbeid wordt verlaagd ten gunste van een hogere belastingdruk op onttrokken waarde (‘resources’) en vervuiling.  Onder het motto ‘Tax as a force for good’ wordt voorgesteld om bijvoorbeeld reële externe kosten van scheepvaart, luchtvaart en vrachtverkeer te beprijzen door middel van belastingen en de opbrengst hiervan te benutten om arbeid lager te belasten en inkomenssteun te geven voor de laagste inkomensgroepen. In het huidige klimaat van exorbitante energieprijzen zou het verstandig zijn om de opbrengst van deze belastingen in een apart fonds te laten toevallen dat vervolgens inkomenssteun geeft aan de laagste inkomensgroepen. Daarmee wordt het risico dat politici deze gelden weer ombuigen naar andere doelen die de waan van de dag dienen, aanzienlijk verminderd.

Het voldoet bovendien aan de noodzaak om een gelijk speelveld te creëren ten behoeve van duurzame ondernemers, die zich in de energietransitie alleen maar snel kunnen ontwikkelen als externe milieufactoren daadwerkelijk beprijsd worden. Het nieuwe systeem moet aangrijpen bij de vervuiler en consument, en is onafhankelijk van vermogen. Femke Groothuis, leider van het Ex’tax project, ziet een vermogensbelasting dan ook niet als een oplossing van de problemen die we hebben. En de Secretaris-Generaal van de VN vat het samen met ‘Tax pollution, not people’. 

Uit een recent groot onderzoek blijkt dat een voorzichtig voorbeeldpakket van twintig beleidsopties in 2025 leidt tot een verschuiving van €23 miljard, leidend tot een aanzienlijk hoger BBP en werkgelegenheid en bovendien een daling van CO2 emissies van ruim 6%. De ambities voor 2030 zijn dat er geen armoede meer in Nederland wordt gemeten, met werk en bestaanszekerheid voor iedereen; eerlijke concurrentie tussen werkenden; de helft minder gezondheidsschade door luchtvervuiling; halvering CO2-uitstoot ten opzichte van 1990; halvering van de voedselverspilling; kringlooplandbouw; een kwart minder stifstofuitstoot en halvering van het verbruik van primaire grondstoffen[12]

Perspectief 3: Schenk- en erfbelasting

De meeste denkers over ongelijkheid zien in de vermogensovergang naar de volgende generatie het rechtvaardige moment om vermogen progressief te belasten. Hierdoor wordt de kansengelijkheid bevorderd. De OECD heeft in 2021 een uitgebreid rapport gepubliceerd, waarbij zij erfbelasting als een belangrijke factor zien om toenemende vermogensongelijkheid in de wereld te dempen[13].

Daarbij is het wel essentieel dat deze belasting niet simpelweg kan worden ‘afgeschud’ door eenvoudig buiten Nederland te gaan wonen. In het Angelsaksische systeem is dat geborgd door het begrip ‘domicile’ (wat ongeveer vertaald kan worden met ‘geboortegrond’), in ons huidige systeem bestaat weliswaar een zogenoemde tienjaarsklem bij emigratie, maar er bestaan uitzonderingen op die regel. Ook zouden er uitzonderingen moeten bestaan voor mensen met een buitenlands ‘domicile’ die tijdelijk in Nederland woonachtig zijn; in het huidig systeem vallen deze volledig in het Nederlandse erfbelastingsysteem. Alleen bij een duurzame band met Nederland kan een dergelijke zware ingreep dus ook duurzaam effect hebben. 

Behalve dat het profijtbeginsel een rechtvaardiging geeft, zijn er andere overwegingen die vanuit een verlicht eigenbelang pleiten voor aftopping van vermogen bij een overgang naar de volgende generatie. Denk alleen al aan de verervingen van de vermogens van Jeff Bezos, Bill Gates of Warren Buffet: hoeveel kinderen kunnen in die voetsporen treden en een gelukkig leven opbouwen? Dat blijkt echt heel lastig te zijn voor degenen die zich er echt in verdiepen. 

De meeste landen met een hoge erfbelasting kennen in de praktijk echter ook ruime mogelijkheden om met structuren deze belastingen niet te betalen. En dat gaat rechtstreeks ten koste van het vertrouwen van de burgers want het zijn uiteraard ‘de lobbyisten’ die ervoor zorgen dat deze mogelijkheden ontstaan en blijven bestaan. Zoals hierboven al aan de orde kwam, kan het lobbyen door vermogende families ten behoeve van eigen voordeel worden gezien als een aanval op het vertrouwen in een democratie. Politici die zich hiervoor gevoelig tonen, hebben de achterban nodig voor hun eigen positie. Dit soort agency problemen dienen te worden uitgebannen om vertrouwen te winnen in de maatschappij. 

In deze context is het bijzonder dat de meest vermogende families in Nederland relatief weinig erfbelasting betalen omdat het meeste vermogen een familiebedrijf betreft of landgoederen, waarvoor riante vrijstellingen bestaan. De gewone luiden betalen tot 20% erfbelasting bij vererving naar kinderen, en tot 40% bij verervingen naar verdere familie. De redenen die vermogende mensen voorwenden waarom zij een speciale positie verdienen, zijn vaak decadent cynisch[14]. Het zou voor de familiecohesie bovendien wel eens beter kunnen zijn als er wel belasting zou moeten worden betaald (gefinancierd, desnoods) door elke volgende generatie. Dan voelt deze tenminste gedeeltelijk hoeveel risico en arbeid de vorige generaties zich hebben getroost. 

En dus…

Ongelijkheid is inherent aan mensen en niet per se negatief. Er zijn echter randvoorwaarden in een duurzame economie te ontwaren: iedereen moet ‘voldoende’ hebben om een menswaardig bestaan te hebben. Daarboven hoort het principe van ‘persoonlijke verdienste’ gehonoreerd te worden. In dit verband is het werk van Nobelprijswinnaar Amartya Sen vermeldenswaard. Hij zegt dat in feite iedereen ‘egalitarist’ is omdat iedereen gelijkheid in ten minste één dimensie van het politieke of sociale leven bepleit (rechten, kansen, prijzen, welzijn, verantwoordelijkheid). De vraag is dan ook vooral: ‘Voor welk soort gelijkheid pleiten wij? ‘[15]

Gelijkheid kent vele facetten en het is aan de politiek om hier de balans van verschillende belangen in aan de brengen. Het debat hierover dient echter in de breedte van de samenleving plaats te vinden. Met nuance en gevoel voor realiteitszin. Ik nodig Sander Schimmelpenninck van harte uit om met The Floris hierover het debat verder te brengen. In samenspraak met maatschappelijk geëngageerde experts kom je namelijk verder.  


[1] Hans Rosling, Feitenkennis. 

[2] Aanbevolen: Sam Harris in gesprek met Prof. Jack Goldstone in de podcast ‘Inequality & Revolution’. 

[3] S. Schimmelpenninck, Volkskrantcolumn 21 november 2021, ‘Baudet maakt van Forum een extreemrechts verdienmodel’. 

[4] The Floris is uiteraard een verwijzing naar Floris V, bijgenaamd ‘Der Keerlen God’ oftewel de God van de gewone man, die uiteindelijk werd vermoord door de elite die hij gekortwiekt had. 

[5] https://www.nporadio1.nl/nieuws/onderzoek/cd938fba-4349-4810-8f74-58069f7f2085/grootste-verschil-tussen-rijk-en-arm-in-nederland.

[6] https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2021/48/vermogensongelijkheid-opnieuw-gedaald

[7] https://worldpopulationreview.com/country-rankings/wealth-inequality-by-country. Zie ook https://wid.world/world/#sptinc_p90p100_z/US;FR;DE;CN;ZA;GB;WO/last/eu/k/p/yearly/s/false/23.469/80/curve/false/country.

[8] https://data.worldbank.org/indicator/SI.POV.GINI?type=shaded&view=map&year=2018

[9] In Scandinavië, waar het vertrouwen tussen overheid en burger hoog is, worden cijfers gepubliceerd over eenieders belastingafdracht. Ik ben van mening dat dit een goed idee zou zijn om vertrouwen tussen burgers onderling te vergroten. Vermogende mensen betalen namelijk ook veel belasting en in verhouding vaak ook aanzienlijk meer dan minder vermogende mensen.

[10] Het z.g. pensioen in eigen beheer is afgeschaft voor deze groep, waar in feite bij de huidige rentestand weinig bruikbaars voor in de plaats is gekomen. 

[11] https://ex-tax.com/#home

[12] https://ex-tax.com/new-study-in-dutch-deltaplan-belastingen-voor-een-circulaire-en-sociale-economie-routekaart-2021-2030/

[13] https://www.oecd.org/tax/tax-policy/inheritance-taxation-in-oecd-countries-e2879a7d-en.htm

[14] Zie bijv. https://fbned.nl/nl/over-fbned/beinvloeden/standpunten/2021-03-15-tweede-kamer-verkiezingen-familiebedrijven-bij-sommige-politieke-partijen-in-levensgevaar. Volgens FBNed worden ‘alleen familiebedrijven geconfronteerd met erfbelasting’, wat een doublespeak frame is. Familiebedrijven wensen hun aandelen niet te verkopen aan derden, wat de reden is dat aandeelhouders het lastig vinden om elke generatie belasting te betalen. Dat is geen rechtvaardiging voor een ‘ongelijk speelveld’ zoals hier bedoeld. 

[15] Paul de Beer, Jelle van der Meer, Pieter Pekelharing, Gelijk, Over de noodzakelijke terugkeer van een klassiek ideaal, 2006 van Gennep/de Balie, p. 8 – 10. 

Één gedachte over “2”

  1. Een eerste reactie.
    Belastingheffing dient in de eerste plaats om de staatshuishouding te financieren en is geen offer dat mensen vrijwillig en onbaatzuchtig brengen om een ander te helpen.
    De lage belastingdruk op geërfd vermogen is historisch verklaarbaar uit het gegeven dat een plant nu eenmaal groeit in het tempo waarmee hij groeit. Het rendement is dus laag. Zelfs door er meer energie op te gooien, wordt alleen de opbrengst per ha verhoogd en neemt de vervuiling toe. Sommig vermogen neemt vanzelf toe zonder enige inspanning en/ of ondernemersrisico. Grond wordt vanzelf schaars en dus duur vooral in een land waarvan het aantal inwoners voortdurend toeneemt. In de fiscale toverdoos heeft landbouwgrond een andere prijs dan bouwgrond. Onze gemeentelijke grondbedrijven weten daar alles van.
    Het was een eerste reactie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *