Waar het fout gaat in 'De Brug' van Sander

De fiscale afdronk van Schimmelpennincks pamflet voor een ‘eerlijker Nederland’

De tickets voor de theatervoorstelling ‘Sander en de Brug’ zijn duurder dan de toegangsprijs voor een goed toneelstuk, maar de zaal van de Deventer Schouwburg is tot de nok toe gevuld. De presentatrice warmt de zaal op voor ‘de gulle graaf’ (NRC) Sander Schimmelpenninck: ‘Wie is er voor een eerlijker belastingstelsel?’ De zaal joelt uitgelaten. Ik schuif ongemakkelijk op mijn stoel en realiseer me dat ik als fiscaal deskundige de toeschouwer ben van een volksstemming. Publicist Joris Luyendijk zit heel wat meer ontspannen naast mij. 

Het boek en de theatertour (geheel uitverkocht) ‘Sander en de brug. Vijf voorstellen voor een eerlijker Nederland’ van Schimmelpenninck (in pocketuitgave 120 pagina’s) oogt als een verkiezingsprogramma voor jonge mensen: een niet-Europese Volt, van een, zoals Sander zichzelf typeert, ‘pragmatisch liberaal’. De familie van Sander zit op de eerste rij van het theater. 

Nadat ik eerder constructief-kritisch heb gereageerd op de TV-serie ‘Sander en de Kloof’ en hem dit commentaar ook had toegezonden, was ik benieuwd naar zijn verdere research en inzichten. Sander heeft een trefzeker gevoel voor sociale verhoudingen en een hoge aaibaarheidsfactor, al wordt zijn Youp van ’t Hek-stijl hem soms ook nagedragen. ‘Finfluencers’ (zij die op Youtube informatie geven over cryptotrading) zijn ‘monsters’, die uitdragen dat ‘werken voor sukkels is’.  

Sanders jubelton

Dat Sander geen socialist is, wist de goede verstaander al lang. Hij is meer een anti-revolutionair, bevreesd voor uitholling van de rechtsstatelijke instituties als we ‘de kloof’ in onze samenleving te groot laten worden. Sander ziet ook ongelijkheid als zodanig niet als een probleem, maar wel de kansenongelijkheid. De mensen die buiten het theater staan te betogen voor een basisinkomen, worden door Sander weggehoond. Om de kloof te overbruggen biedt Schimmelpenninck geen permanente solidariteit, maar een eenmalige kans om iets van je leven te maken met een overheidsuitkering van een ton als je 25 jaar wordt. Hij geeft ruiterlijk toe dat dit uit het nieuwste boek van Piketty, de Franse econoom gespecialiseerd in economische ongelijkheid, is overgenomen (‘Een korte geschiedenis over ongelijkheid’).

Tel uit je winst

In de uitwerking, die in mijn ogen vooral focust op een verplichte maatschappelijke stage van elke 18-jarige waartegenover die riante jubelton staat, schermt Schimmelpenninck met doorrekeningen door het piepjonge Instituut voor Publieke Economie. 
De kosten voor zijn plan, groot €22 miljard, worden gevonden in twee grote fiscale pennenstreken: 

  1. Afschaffen van de fiscale ‘subsidies’ op pensioenen, en:
  2. Gelijkschakeling van alle inkomsten ongeacht uit welke bron (inclusief inkomsten uit vermogen en nalatenschappen en schenkingen) tegen hetzelfde tarief in box 1; het tarief zou daarmee met enkele procentpunten kunnen worden verlaagd. 

De statische doorrekening, zonder rekening te houden met gedragseffecten, zou maar liefst €39 miljard euro zijn op jaarbasis. Tel uit je winst. 

De revolutie die hij vreest, wakkert hij echter aan met zijn denkbeelden. Hij lijkt bevattelijk voor het populisme van ‘de gewone man’ en wil graag op het schild gehesen worden door de twintigers van zijn tijd. Hij fulmineert tegen ‘dom-rechts’ die niet weet wat goed voor hen is. De vraag is: weet Sander wel wat goed is voor de twintigers van nu? Hij krijgt kritisch (maar constructief, het moet wel gezellig blijven in het theater!) commentaar van econoom Barbara Baarsma (“geen gedragseffecten meegenomen”), onderzoeksjournalist Anouk Kootstra (“ik mis de bescherming van de onderkant van de samenleving”) en columnist/tv-maker Ozcan Akyol (“mijn ouders wilden hun kinderen helemaal niet op een witte school, getver”). 

Waar het fout gaat

Maar wat gaat hier nu echt fout? Ik vind het tijd om mijn bezwaren nog een keer op papier te zetten. Sander ontwikkelt zich tot een belangrijke influencer in het fiscale debat en dat verdient een goede analyse, niet op pakkende soundbites of behaagzieke retoriek, maar op de inhoud. In lijn met de uitgangspunten van het fiscale debatforum The Floris is hier mijn reflectie in zeven thema’s: 

1.

Sander is inconsequent door de startsubsidie voor jongeren (zeer impliciet) als niet belast inkomen aan te merken, maar waar wel degelijk een inspanning tegenover staat: de maatschappelijke stage. Het maakt hoe dan ook de beloning belastbaar en daar gaat dus voor 45%-49% van het plan terug naar de overheid (volgens Sander kan het tarief in box 1 met 4% verlaagd worden door zijn andere voorstellen). Een generieke vrijstelling voor deze inkomst ondermijnt het gehele boekje van Sander. 
  

2.

Sander vindt een ‘werkeuro’ (uit arbeid) hetzelfde als een ‘mazzeleuro’ (aan je gegeven). Daarbij focust hij nu op erfenissen en schenkingen. Zijn voorstel is dat ze moeten worden belast tegen hetzelfde tarief als inkomsten uit arbeid, dat dan ongeveer 45% zijn. Verdere nuancering ontbreekt. Geen vrijstellingen aan de voet, alle vrijstellingen voor bedrijven en landgoederen ook maar opheffen? Dat leidt tot stewardship-structuren waar niemand nog eigenaar is. Ik vind het een prima plan, maar voor de samenleving is dat een revolutie. 
De kans dat de overheid hogere belastingen níet aanwendt voor lagere belastingdruk bij werknemers of pure herverdeling bij hen die het ‘verdienen’, is aanzienlijk. Wat Sander niet ziet is dat het ‘nul-somdenken’ (zero sumgame: de belastingbesparingen zouden moeten leiden tot een lagere belastingdruk voor anderen) net zo’n fictie is als het ‘trickle down’ effect in de economie: de voorheen geldende aanname dat beperkte belasting van vermogenden en bedrijven een ‘doordruppelend’ positief effect heeft op de gehele economie.

3.

Sander heeft het niet meer over de euro’s die worden verdiend als inkomst uit vermogen; misschien past dat niet goed in een jaar waar de beurzen en huizenmarkt voor het eerst sinds jaren rood kleurden? Voor de meeste mensen is vermogen iets wat opgebouwd is door heel hard te werken en ongeveer de helft van dat inkomen af te dragen aan de schatkist. Met mazzel heeft dat weinig te maken. Wat Sander miskent, is dat inkomsten uit vermogen zich onderscheiden van arbeidsinkomen door het dragen van fundamenteel risico. Een serieuze opbrengst in box 3 kan immers alleen worden bereikt door fors risico te nemen. Doordat investeren risico’s kent, is een vast tarief altijd lager dan het tarief over inkomsten uit arbeid. Het alternatief is dat de risico’s tegen hetzelfde tarief aftrekbaar zijn, maar de overheid geeft niet graag 45%-49% terug aan belastingplichtigen in een jaar van daling van de beurzen en de vastgoedmarkt. Dat is ook precies de reden waarom de overheid zogenaamd niet ‘in staat’ is om een vermogenswinstbelasting in te voeren na het immer voortdurende debacle van de forfaitaire box 3 heffing. U weet wel: die te hoge heffing over inkomsten uit sparen die nu deels moet worden gecompenseerd. De overheid weet heel goed dat de beurzen en vastgoedmarkt vanaf 2022 door de inflatie en oplopende rente een neerwaartse trend zullen laten zien. Op dat moment een vermogenswinst (en verlies!) belasting invoeren is een buitengewoon slechte timing vanuit het perspectief van de overheid. 

4.

Sander miskent de mobiliteit van vermogen en mensen met geld. Barbara Baarsma wijst er fijntjes op dat ‘haar’ economen van het Instituut van Publieke Economie (Baarsma zit in de Raad van Toezicht van het kersverse instituut) slechts een statische doorrekening hebben gemaakt, waarbij geen rekening wordt gehouden met de eerdegenoemde gedragseffecten. En dat er gedragseffecten zijn, is een feit. Ik spreek regelmatig Amerikaans-Nederlandse particulieren die twijfelen of ze weer in Nederland willen gaan wonen. Bottleneck is … de erfbelasting! Hoezo moet de Nederlandse schatkist een deel van het door hen opgebouwde vermogen verkrijgen bij hun overlijden, als zelfs de VS dat niet heffen? Sander: dit soort sentimenten zijn cultuur en dat verander je niet zomaar. Het is bovendien vermogen waar zeer hard voor gewerkt is en er zijn zoveel alternatieve plaatsen om naar (terug) te gaan. Zelfs het egalitaire Zweden, waar jij terecht heel blij van wordt, kent al jaren geen schenk- en erfbelasting meer. Ik mis ook hier de nuance in je betoog.  
 

5.

Over de retoriek van ‘subsidies’ op pensioenaanspraken zal elke fiscaal deskundige zijn wenkbrauwen ophalen, zoals ook prof. Bastiaan Starink in zíjn commentaar in The Floris. Sander wordt hier ronduit populistisch door de zogenoemde omkeerregeling (de pensioenpremie is aftrekbaar en de pensioenuitkering wordt belast) een ‘subsidie’ te noemen. Hij heeft zich duidelijk niet verdiept in de juridische merites van deze kwestie, maar heeft waarschijnlijk te veel flat whites gedronken met economen. Het is een feit dat de duizelingwekkende pensioenpot van maar liefst €1.800 miljard economen altijd wat opgewonden maakt en er al snel fantasieën opborrelen om dit enorme vermogen eens aan te spreken om vanuit een radicaal en nogal simplistisch nul-somdenken mooie dingen mee te gaan bedenken. Het willen belasten van de voorwaardelijke aanspraak op pensioen is een thema dat als een badeendje opkomt bij economen, die uitgaan van de kapitalistische maakbaarheid van de samenleving maar het perspectief van de burger juist miskennen (zie ook een goed artikel hierover van Frank Herreveld op The Floris). Het voorstel van Sander zou juist bijdragen aan het verbreden van de kloof tussen mensen in loondienst en andere meer kapitalistische deelnemers aan de maatschappij. En dat wilde je toch juist níet, Sander? 
In het boekje van Sander sijpelt vooral door dat hij pensioen opbouwen maar voor de dommen vindt; een beetje ondernemer heeft dat immers niet nodig. Sander wil dat iedereen ondernemer wordt en voldoende vermogen opbouwt om voor zijn oude dag te zorgen; in zoverre verdwijnt het probleem van de ‘subsidie op pensioen’ dan ook vanzelf. De werkelijkheid is dat lang niet iedereen geschikt is om ondernemer te zijn. Mensen zijn nu eenmaal niet gelijk. 

6.

Sander, wat een gemiste kans dat je helemaal niet ingaat op nieuwe heffingen op vervuiling, op onttrekking van grondstoffen zoals door het Ex’tax project gepropageerd. Dat mes snijdt aan verschillende kanten en kan daarmee een systeemverandering bewerkstelligen. Het rapport ‘The Taxshift – an EU Fiscal Strategy to Support the Inclusive Circular Economy’ berekent en onderbouwt dat zowel de samenleving als de economie zullen profiteren als arbeid minder zwaar en vervuiling en het gebruik van fossiele grondstoffen juist zwaarder wordt belast. Dit voorstel (download: klik hier) is zeer goed onderbouwd en zal aanzienlijk minder negatieve gedragseffecten hebben dan het plan van Sander. 

7.

Sander, je zit echt in wat we de ‘doublespeak’ noemen: daarin sla je alle nuances plat en begin je zowaar nepnieuws, dat het aan de toog en op feestjes en partijen goed doet, rond te bazuinen. Zo betoog je dat belastingontwijking en ontduiking in ons land is genormaliseerd en dat de politiek maar geen echte vuist weet te maken tegen de internationale fiscale race to the bottom, met bovendien een gênante rol voor Nederland.  
Belastingontduiking is altijd strafbaar geweest en Nederland heeft haar positie als internationale magneet voor bedrijven door gewijzigde belastingwetten wel ingeleverd. Vermogende particulieren hebben hier om fiscale redenen niets te zoeken. Zij gaan heel graag naar de vele aantrekkelijke alternatieven in Portugal, Italië of andere mediterrane locaties, waar de fiscale loper voor hen wordt uitgerold. Globalisering is here to stay en de voorstellen van Piketty voor een superprogressieve heffing leiden tot een exodus van talentvolle mensen. Niet bijzonder praktisch.

Geen vrolijke afdronk

De afdronk van de Sander-avond in de schouwburg stemt mij niet vrolijk. Sander blijft roepen dat er sprake is van een grote vermogensongelijkheid maar – zoals ook in mijn artikel najaar 2022 gevraagd – onderbouwt dat niet. Bij gerichte vragen van FD-journalist Laurens Berentsen (FD 18 januari 2023) doet hij of zijn neus bloedt. 

Het drammen over de ‘subsidies op pensioenen’ leidt af van de werkelijke kloof en die bevindt zich bepaald niet bij de mensen in loondienst met een pensioenaanspraak. Het is kenmerkend dat in de Verenigde Staten een vrijstelling bestaat voor de eerste $10 miljoen aan schenk- en erfbelasting; daaronder gaat een pragmatisch liberaal níet heffen. In Nederland is het andersom: daar betaalt iedereen ten minste 10-20% schenk- en erfbelasting.  Als je meer dan pakweg €10 miljoen hebt dan maak je ofwel gebruik van de bedrijfsopvolgingsregeling en/of van de Natuurschoonwet faciliteit, waardoor er feitelijk weinig meer te belasten is. Die andere oud-Quote hoofdredacteur Jort Kelder begrijpt heel wat beter hoe de hazen lopen, getuige zijn scherpe stuk op 9 februari in het FD waarin hij een mondiale tycoontaks voorstelt (‘In de jacht op de rijken maken we ons te druk om de klunzige figuranten’). 

‘Taxfluencer’?

Verder zijn wij strak in de leer en verliezen we blijmoedige, vermogende particulieren aan zuidelijke Europese landen die inmiddels tegen elkaar opboksen met riante aanbiedingen om lekker onder de palmbomen fiscaal vriendelijk te komen wonen. Sociaal contract? Het staat eenieder vrij het lidmaatschap van de Vereniging Nederland op te zeggen en juist de zeer succesvolle mensen zijn daartoe eenvoudig (ook emotioneel) in staat. 

Zeer relativerend is het commentaar van de Belgische filosoof Maarten Baudry dat het gedoe over een ‘kloof’ in Nederland nogal lachwekkend is omdat álle mensen in Nederland tot de rijkste 5% van de wereld behoren. 

Misschien doet deze Sander-avond me daarom zo denken aan mijn studerende zoon, die inmiddels voor de derde keer in een jaar naar Azië of de wintersport reist om aan zijn vakantiebehoefte met jaarclub, dispuut of ander clubje te voldoen: alles voorgefinancierd door onze overheid.  Mijn Angelsaksische vrienden liggen jaren krom om hun kinderen te kunnen laten studeren aan een beetje fatsoenlijk universiteit. De kansengelijkheid is hier eindeloos hoger dan in andere delen van de wereld. Zou onze samenleving er beter van worden als deze student over enkele jaren een onverdiende jubelton krijgt die zijn zelfgekozen investering in zijn vrolijke studiejaren in één keer gladstrijkt? Het kost mij moeite om hem duidelijk te maken dat de reële kosten van zijn studie tenminste vijf keer hoger zijn dan het collegegeld dat zijn ouders voor hem betalen en dat hij daarvoor de hardwerkende 50% betalende belastingbetalers in Nederland dankbaar moet zijn. Ziedaar het sociale contract. 

Het pamflet van Schimmelpenninck lijkt in het glas op het eerste gezicht een sprankelende wijn die vooral een jong publiek aanspreekt, maar de fiscale afdronk is een echte deceptie: ruim onvoldoende om Sander als geslaagde Taxfluencer te kwalificeren.

Lees ook: The Floris en ‘De Kloof’

Lees ook: Waarom ‘De Brug van Sander’ kraakt: pensioenen al in de opbouwfase belasten is onjuist

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *