Drieluik “De fiscale stoelendans” (deel 2)

De DGA-lening: analyse van een heel grillige wetgeving

In deze rubriek leggen we ingewikkelde belastingkwesties duidelijk uit, zodat iedereen het kan begrijpen. In een drieluik bespreken we de problemen die ontstaan als belastingregels vaak veranderen. In dit tweede deel kijken we naar de zogenaamde ‘DGA-lening’.

Wat is de DGA-lening?

DGA staat voor “Directeur Groot Aandeelhouder”. De DGA-lening gaat dus over directeuren die veel aandelen hebben in hun eigen bedrijf en geld lenen van hun bedrijf. De overheid vond dat sommige directeuren te lang belasting konden uitstellen door hoge leningen af te sluiten bij hun eigen bedrijf. Daarom kwam er een nieuwe wet om dit tegen te gaan.

Wat ging er mis bij deze wet?

Het begon duidelijk: leningen boven de €500.000 zouden aangepakt worden. Iedereen wist waar ze aan toe waren en kon zich voorbereiden. Bedrijven en belastingadviseurs kregen ook de kans om hier hun mening over te geven.

Maar toen veranderde de politiek de regels ineens. In het regeerakkoord van 2021 stond plotseling dat de grens verhoogd werd naar €700.000. Dit nieuwe bedrag kwam niet uit overleg met experts of bedrijven, maar leek vooral een politieke afspraak. Toch werd de nieuwe regel met €700.000 ingevoerd vanaf 1 januari 2023. Bedrijven en directeuren begonnen hun plannen hierop aan te passen.

Helaas bleef dit niet lang zo. Nog voordat de eerste officiële controle plaatsvond (31 december 2023), besloot de politiek ineens om het bedrag weer te verlagen naar €500.000 per 1 januari 2024. Dit deden ze niet omdat er inhoudelijk iets veranderd was aan de situatie, maar puur omdat ze geld nodig hadden voor iets anders (namelijk belastingvoordeel voor bedrijven die geld schenken aan goede doelen).

Waarom is dit problematisch?

Deze snelle en onverwachte wijzigingen zorgen voor veel onzekerheid. Directeuren en adviseurs hadden al plannen gemaakt gebaseerd op €700.000. Nu moesten ze ineens opnieuw alles aanpassen naar €500.000. Dit zorgt voor extra werk, frustratie en onzekerheid. Het ondermijnt ook het vertrouwen in de overheid, omdat mensen niet meer weten of ze kunnen vertrouwen op gemaakte regels.

Wat zijn de gevolgen in de praktijk?

  • Directeuren weten niet meer waar ze aan toe zijn en durven geen duidelijke plannen meer te maken.
  • Belastingadviseurs hebben veel extra werk en moeten telkens opnieuw uitleggen hoe de regels zitten.
  • Ondernemers verliezen vertrouwen in de overheid, omdat regels zo plotseling kunnen veranderen.

Wat moet er gebeuren?

De overheid moet duidelijker en stabieler belastingbeleid maken. Nieuwe regels moeten goed uitgelegd worden en niet te snel veranderen. Zo ontstaat er meer zekerheid, waardoor bedrijven en directeuren weer beter vooruit kunnen plannen. Dit zorgt voor vertrouwen en een beter ondernemingsklimaat.

Lees ook deel 1 uit dit drieluik: klik hier

Lees ook deel 3 uit dit drieluik: klik hier

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *