
In deze rubriek leggen we ingewikkelde belastingkwesties duidelijk uit, zodat iedereen het kan begrijpen. In een drieluik bespreken we de problemen die ontstaan als belastingregels vaak veranderen. Deel 1 gaat over de “BTW-achtbaan”. Concreet: over de veranderingen van het BTW-tarief, die zorgen voor veel onzekerheid.
Wat was er precies aan de hand?
Het leek erop dat vanaf 2026 veel dingen duurder zouden worden, zoals tickets voor concerten en musea, abonnementen voor sportclubs, boeken en hotelovernachtingen. Dit kwam door een plan van de overheid om het lage BTW-tarief van 9% te verhogen naar 21%. Dit zou betekenen dat al deze producten en diensten flink duurder worden.
Waarom wilde de overheid dat doen?
De regering wilde meer geld ophalen en dacht dat het simpeler zou zijn om maar één BTW-tarief (21%) te gebruiken. Maar hier kwam veel kritiek op. Mensen vonden dat dit de toegang tot cultuur, sport en andere belangrijke activiteiten zou beperken, omdat het te duur zou worden.
Wat gebeurde er toen?
Door de stevige kritiek besloot de politiek om voor sommige sectoren, zoals cultuur en sport, nog eens goed te kijken naar andere oplossingen. Daarom wordt de BTW-verhoging voor deze sectoren uitgesteld tot medio 2025. Voor de hotelbranche en vakantieparken lijkt het wél zeker dat de verhoging naar 21% per 1 januari 2026 doorgaat. Hierdoor ontstaat veel onzekerheid voor ondernemers.
Welke gevolgen heeft dit in de praktijk?
- Hogere prijzen en minder klanten: Als bedrijven de hogere BTW volledig doorberekenen, worden tickets en hotelkamers zo’n 11-12% duurder. Hierdoor kunnen klanten wegblijven. Als bedrijven de prijzen niet verhogen, verdienen ze zelf minder.
- Nederland wordt duurder voor toeristen: Hotels en vakantieparken in Nederland worden duurder dan in buurlanden zoals Duitsland en België. Dit maakt Nederland minder aantrekkelijk voor buitenlandse toeristen, waardoor bedrijven inkomsten verliezen.
- Onzekerheid zorgt voor minder investeringen: Omdat niet duidelijk is wat precies gaat gebeuren, durven bedrijven minder snel te investeren en nieuwe medewerkers aan te nemen. Dit remt de groei en werkgelegenheid.
- Inflatie en minder opbrengst voor de overheid: Hogere prijzen betekenen ook hogere inflatie. Bovendien kan het zijn dat mensen minder gaan kopen door de hogere prijzen, waardoor de overheid uiteindelijk minder geld ontvangt dan verwacht.
- Administratieve problemen en extra kosten: Bedrijven moeten nu al hun administratie aanpassen. Ze moeten namelijk al vanaf 2025 rekening houden met de BTW-verhoging van diensten die ze pas in 2026 leveren. Dit levert veel extra werk en kosten op, bijvoorbeeld rond tickets en abonnementen die over het jaar heen lopen.
Wat moet er veranderen?
De overheid moet zorgen voor stabiele en duidelijke BTW-regels. Belastingregels die zo’n grote invloed hebben, moeten goed worden onderzocht voordat ze worden ingevoerd. Zo kunnen ondernemers en consumenten beter vooruit plannen, zonder onzekerheid en ingewikkelde situaties.
Bron: Analyse gebaseerd op Van der Maas, M.R. & Tydeman-Yousef, M. (2025). “Volatiele fiscale wet- en regelgeving: Hoe vindt de belastingplichtige zijn weg door de doolhof?” Weekblad Fiscaal Recht 2025/70, met name §4.1 & §4.2, én inzichten uit macro-economische analyses en recente informatie over de implementatie van BTW-beleid.
Lees ook deel 2 uit deze drieluik: klik hier
Lees ook deel 3 uit deze drieluik: klik hier